De staatssecretaris van Financiën heeft enkele tekstuele aanpassingen gemaakt in het besluit over pensioen en stamrechten. Ook is een nieuwe goedkeuring opgenomen om uitkeringen ingevolge aanspraken op periodieke uitkeringen of het tegoed van een stamrechtspaarrekening of de waarde van een stamrechtbeleggingsrecht voor een deel vervroegd te ontvangen.
De nieuwe goedkeuring in het besluit loopt vooruit op de wijziging van artikel 39f, tweede lid van de Wet LB. De aanpassing van dit artikel is opgenomen in de Fiscale verzamelwet 2014 (zie 'Fiscale verzamelwet 2014 ingediend’). Dit besluit bevat verder:
- een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner- en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950. Het overgangsrecht blijft gelden;
- een aanwijzing van pensioenregelingen met een geringe overschrijding van de grenzen van het wezenpensioen als dit is uitgedrukt in 14% van het ouderdomspensioen of 20% van het partnerpensioen;
- een standpunt over partner- en wezenpensioen op risicobasis in geval van de beperking van de fiscale kaders voor pensioenopbouw;
- een goedkeuring voor conversie van opgebouwde pensioenaanspraken met een recht op indexatie naar een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar als de grenzen worden overschreden door de overgang naar het regime van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtlijnleeftijd; en
- een aanwijzing van pensioenregelingen waarbij een verzekering wegens premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid in werking is. Er gelden vier voorwaarden voor toepassing van de aanwijzing.
Meer informatie: ministerie van Financiën, besluit van 23 juni 2014, BLKB2014/0351M
Geef een reactie