Financiën heeft in een besluit een toelichting gegeven op de fiscale gevolgen van het terugtrekkingsakkoord van het Verenigd Koninkrijk (VK) met de Europese Unie.
Met ingang van 1 februari 2020 tot en met 31 december 2020 geldt een overgangsperiode. De afspraak is dat tijdens die periode het gemeenschapsrecht voor het grootste deel zal blijven gelden ten aanzien van het VK. Onder gemeenschapsrecht wordt in dit verband verstaan het geheel van EU-verdragen, verordeningen, richtlijnen, inclusief de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het VK wordt in die periode aangemerkt als EU-lidstaat. Nationaal overgangsrecht is daarom niet noodzakelijk.
Fiscale gevolgen
Het terugtrekkingsakkoord heeft gevolgen voor de toepassing van het nationale fiscale recht waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen bijvoorbeeld inwoners van een EU-lidstaat en inwoners van andere landen. Inwoners van het VK worden gedurende de overgangsperiode nog beschouwd als inwoner van een EU-lidstaat. In het besluit worden voorbeelden gegeven van situaties die voor belastingplichtigen in 2020 van toepassing zijn.
Ook voor de indirecte belastingen geldt dat het VK tot 31 december 2020 wordt behandeld als een lidstaat van de EU.
In het besluit wordt nadrukkelijk aangegeven dat dit geldt voor de overgangsperiode tot en met 31 december 2020. Er wordt niet vooruitgelopen op een mogelijke verlenging. Op het moment dat er sprake is van verlenging, zal daarover informatie bekend worden gemaakt.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 29 januari 2020, nr. 2020-20786 (Stcrt. 2020, 6891)
Geef een reactie