Het kabinet heeft besloten om de invoering van een beperkte vermogenstoets voor de Tozo uit te stellen tot 1 april 2021. Dit besluit is nu in de Staatscourant verschenen.
Bij aanvragen die zien op het tijdvak oktober 2020 tot en met maart 2021, wordt het vermogen van de zelfstandige niet in aanmerking wordt genomen bij het beoordelen van het recht op algemene bijstand op grond van de Tozo. Bij een dergelijke aanvraag wordt uiteraard eveneens niet verlangd dat de zelfstandige verklaart over zijn vermogen. Daarom wordt tevens vastgelegd dat hij daarover niet hoeft te verklaren (artikel 4b, tweede lid).
Praktisch effect van dit artikel is dat er naast Tozo 1 (maart 2020 tot en met juni 2020) en Tozo 2 (juli 2020 tot en met september 2020) een Tozo 3 en Tozo 4 worden gecreëerd. Onder Tozo 3 kunnen zelfstandig ondernemers algemene bijstand aanvragen voor de kalendermaanden oktober 2020 tot en met maart 2021, dus voor maximaal zes maanden, waarbij het vermogen buiten beschouwing blijft. Met ingang van 1 april 2021 bestaat de mogelijkheid om onder toepassing van de beperkte vermogenstoets een nieuwe aanvraag voor algemene bijstand in te dienen voor nog eens drie maanden, namelijk voor de kalendermaanden april 2021 tot en met juni 2021.
Gemeentelijke uitvoerders zijn gevraagd hun aanvraagprocessen conform bovenstaande systematiek aan te passen. Tevens zijn de door het Ministerie van SZW, VNG en Divosa opgestelde modelformulieren, alsmede de ‘Handreiking Tozo’, aangepast en digitaal beschikbaar gesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 oktober 2020 en werkt terug tot en met 1 oktober 2020.
Meer informatie: Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van5 oktober 2020, nr. 2020-0000132068, Stcrt. 2020, 52396
Geef een reactie