De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met zijn standpunten over winstallocatie aan vaste inrichtingen. Het doel van dit besluit is om duidelijkheid te geven over de wijze waarop de Belastingdienst de winstallocatie aan vaste inrichtingen beoordeelt.
Deze standpunten zien slechts op de allocatie van de aan de winst ten grondslag liggende baten en lasten en niet op de belastbaarheid en de aftrekbaarheid van deze afzonderlijke baten en lasten. De standpunten zijn ook van belang bij de toepassing van artikel 15 Wet Vpb 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 bij de toerekening van aandelen aan een in Nederland gevestigde vaste inrichting. Dit besluit betreft niet de toepassing van artikel 5 OESO-modelverdrag bij de vraag of er sprake is van een vaste inrichting en betreft niet artikel 9 OESO-modelverdrag bij de vraag of er at arm’s length gehandeld is door gelieerde partijen.
In dit besluit is aandacht voor de introductie van de objectvrijstelling in de Wet Vpb in 2012, is een aantal redactionele wijzigingen aangebracht en zijn verwijzingen naar andere besluiten en documenten geactualiseerd.
Bron: Besluit van 14 juni 2022, nr. 2022-0000143421, Ministerie van Financien, Strt. 2022, nr. 16683
Geef een reactie