Is aannemelijk dat schenking van een ton voor een woning in 2015 niet zou zijn gedaan bij wetenschap van de verschuldigde schenkbelasting? Dan leidt omzetting van de schenking in een geldlening in 2015 en kwijtschelding van die lening in 2017 tot vernietiging van de aanslag schenkbelasting 2015.
Een man kreeg in 2015 van zijn oudtante het aanbod haar woning over te nemen. Daarbij kwamen de man en zijn oudtante overeen dat hij de woning kon overnemen voor een ton minder dan de waarde in het economische verkeer. Die ton kreeg de man van zijn oudtante geschonken. Deze schenking lieten de man en zijn oudtante notarieel vastleggen. Na het indienen van de aangifte schenkbelasting ontving de man een aanslag schenkbelasting van bijna 30.000 euro. Daarop had de man bezwaar gemaakte tegen die aanslag en was de akte van schenking gerectificeerd en omgezet in een overeenkomst van geldlening. In geschil is of de aanslag schenkbelasting terecht is opgelegd. De man stelde gedwaald te hebben. Zijn adviseur had hem aangeraden de ton eerst van zijn tante te lenen en hierna door middel van kwijtschelding geschonken te krijgen. De man was in de veronderstelling dat deze kwijtschelding hem hooguit € 12.000 schenkbelasting zou kosten. Eiser besprak het advies met zijn oudtante en gaf aan dat de kwijtschelding een besparing aan schenkbelasting zou opleveren. De oudtante wilde echter niet tweemaal naar de notaris en de man wilde voor € 12.000 niet de discussie met zijn oudtante aangaan. Daarom ging hij akkoord met schenking van een ton in 2015.
Adviseur
Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat in dit geval sprake was van dwaling. De man en zijn oudtante gingen er van uit dat de schenking € 12.000 schenkbelasting zou kosten. Voor de oudtante was dit bedrag acceptabel en voor haar aanleiding niet tweemaal naar de notaris te gaan. Toen beiden wisten hoe hoog de schenkbelasting daadwerkelijk was, sloten zij een andere overeenkomst. Volgens de rechtbank is het aannemelijk dat de oudtante bij een juiste voorstelling van zaken direct zou hebben meegewerkt aan het voorstel van de adviseur om het bedrag eerst te lenen en daarna kwijt te schelden in 2017 of later. De rechtbank oordeelt dat het beroep op dwaling slaagt en vernietigt de aanslag schenkbelasting.
Wet: Art. 6:228 BW en art. 33 en 33a Wet SW 1956 (tekst 2017)
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 18 januari 2018 (gepubliceerd op 2 februari 2018), ECLI:NL:RBGEL:2018:199
Geef een reactie