Krijgt een onroerende zaak gedurende het jaar een andere bestemming? Dan moet de gemeente de WOZ-waarde van die zaak over het jaar van wijziging berekenen aan de hand van de waarde aan het begin van dat jaar.
De hoofdregel is dat de gemeente de WOZ-waarde van een onroerende zaak van een bepaald jaar berekent naar de waarde van die zaak aan het begin van het voorafgaande jaar. Maar op deze hoofdregel bestaan een paar uitzonderingen. Een van de uitzonderingen is de situatie waarin een onroerende zaak van bestemming verandert. In dat geval moet de gemeente een andere waardepeildatum hanteren. Deze andere waardepeildatum is het begin van het jaar waarin de bestemmingswijziging plaatsvindt. Een onlangs gepubliceerde zaak waarin de waardepeildatum als gevolg van een bestemmingswijziging verschoof, kwam voor Hof Amsterdam. De gebruiker van de onroerende zaak vond de WOZ-waarde die de gemeente voor het jaar 2013 had vastgesteld, te laag. De gemeente was uitgegaan van de waarde op 1 januari 2012. De onroerende zaak had echter op 1 januari 2013 een bestemmingswijziging ondergaan. Daarom was 1 januari 2013 de nieuwe waardepeildatum voor de WOZ-waarde over 2013.
Wet: art. 18, tweede lid en derde lid, onderdeel b Wet WOZ
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 21 augustus 2018 (gepubliceerd 23 juli 2019), ECLI:NL:GHAMS:2018:4322
Geef een reactie