Is het aan grove schuld van de vennootschap te wijten dat de verschuldigde omzetbelasting meer beloopt dan die welke volgens de aangiften is, dan wel had moeten worden voldaan? Dan kan de vennootschap niet meer rechtsgeldig betalingsonmacht melden en is er een wettelijk vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
In 2011 deed een bestuurder namens zijn vennootschap maandaangiften omzetbelasting. Dit waren allemaal nihilaangiften. In juni 2012 meldde de bestuurder schriftelijk de betalingsonmacht aan de Belastingdienst. Op 18 juli 2013 diende de vennootschap een suppletieaangifte omzetbelasting over 2011 in.
Slechts één factuur
In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de vraag of de bestuurder terecht aansprakelijk is gesteld voor de onbetaald gebleven omzetbelastingschuld. De rechtbank vindt de inspecteur geslaagd in zijn bewijslast dat het aan grove schuld van de vennootschap is te wijten dat te weinig omzetbelasting is betaald. De omzetbelasting waarvoor de bestuurder aansprakelijk was gesteld, was de omzetbelasting over de maand december 2011. In die maand heeft de vennootschap slechts één factuur uitgereikt. Op deze factuur stond een bedrag van € 25.000 dit is zowel in relatieve als absolute zin een behoorlijk bedrag. De bestuurder kan deze factuur niet over het hoofd hebben gezien. Het bestaan van een medebeleidsbepaler is niet aannemelijk gemaakt, zodat de bestuurder de enige bestuurder is en dus aansprakelijk gesteld kan worden. Dat de bestuurder door de bomen het bos niet meer zag en niet kon beschikken over een boekhouder komt voor rekening en risico van de vennootschap. De rechtbank is van oordeel dat het op grond van het bovenstaande aan grove schuld van de vennootschap is te wijten dat te weinig omzetbelasting is afgedragen en de bestuurder geen rechtsgeldige melding betalingsonmacht kon doen. De bestuurder heeft niets ingebracht waardoor hij zich kon verontschuldigen voor de onbetaald gebleven omzetbelasting. Hij is dus terecht aansprakelijk gesteld.
Wet: art. 36 IW 1990 en art. 7 UB IW 1990
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 december 2018 (gepubliceerd 3 april 2019), ECLI:NL:RBZWB:2018:7099
Geef een reactie