Als een bestuurder een verantwoorde keuze heeft gemaakt bij het inschakelen van een accountant of notaris, hoeft hij de werkzaamheden van deze derden niet te controleren om aansprakelijkheid te voorkomen.
Hof Arnhem-Leeuwarden had eerder geoordeeld dat een bestuurder zo lichtvaardig had gehandeld, dat hem viel te verwijten dat zijn bv de verschuldigde btw niet kon afdragen. Het hof kwam tot dit oordeel doordat de bestuurder alle werkzaamheden voor het indienen van de btw-aangifte zonder enige vorm van toezicht had overgelaten aan een accountantskantoor. Hij had evenmin de nota’s van afrekening van dit accountantskantoor of die van de notaris gecontroleerd op juistheid. Zou hij dit wel hebben gedaan, dan had hij gemerkt dat de nota’s onjuist waren.
Alle relevante omstandigheden
In cassatie benadrukte de Hoge Raad dat binnen het aansprakelijkheidsrecht iedereen in beginsel alleen aansprakelijk kan worden gehouden voor zijn eigen daden en nalatigheden. Als de bestuurder de notaris en accountants voor deskundigen mocht houden en niet hoefde te twijfelen over hun zorgvuldige taakvervulling, hoefde hij hen niet te controleren. Een ander hof moest daarom onderzoeken of de bestuurder iets viel te verwijten. Daarbij moest dit hof alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen. Daartoe behoorde ook de zorg die de bestuurder had betracht bij zijn keuze van en samenwerking met de notaris en het accountantskantoor.
Wet: artikel 36, vierde lid IW 1990
Meer informatie: Hoge Raad, 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:480
Geef een reactie