Als een bv haar btw-schulden niet meer kan betalen terwijl de dga nalaat stortingen ten gunste van die bv te doen, is dat een teken van onbehoorlijk bestuur. Als de dga redelijkerwijs moet begrijpen dat zijn handelingen ertoe leiden dat de bv de belastingschulden niet meer kan betalen, kan de fiscus hem aansprakelijk stellen.
In een zaak voor Hof Den Bosch stelde een bestuurder en aandeelhouder van een bv dat de ontvanger van de belastingen hem ten onrechte aansprakelijk had gesteld voor onbetaalde btw-schulden van de bv. De bestuurder stelde onder meer dat geen sprake was van onbehoorlijk bestuur omdat hij diverse stortingen ten behoeve van zijn bv had gedaan. De ontvanger wist echter aannemelijk te maken dat deze stortingen feitelijk afkomstig waren van anderen of waren verrekend met vorderingen van de bv op de bestuurder. Ook achtte het hof aannemelijk dat de bestuurder zich bewust was van het nadeel dat hij de fiscus berokkende met zijn handelingen. De bestuurder had namelijk verschillende onjuiste aangiften omzetbelasting ingediend. Ook had hij de bv onverplichte betalingen laten verrichten ten behoeve van zustermaatschappijen. Het hof verklaarde het beroep van de bestuurder daarom ongegrond.
Wet: artikel 36 IW 1990
Meer informatie: Hof Den Bosch 8 juli 2016 (gepubliceerd 29 november 2016), ECLI:NL:GHSHE:2016:2734
Geef een reactie