Wie aandelen uit een aanmerkelijk belang overdraagt en niet meteen de overdrachtsprijs ontvangt of zal ontvangen om de verschuldigde belasting te voldoen kan uitstel van betaling vragen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze betalingsuitstelfaciliteit alleen geldt als de koper de gehele overdrachtsprijs schuldig is gebleven.
Als een belastingplichtige aandelen of winstbewijzen die deel uitmaken van een aanmerkelijk belang overdraagt, kan hij maximaal tien jaar uitstel van betaling krijgen. De fiscus verleent alleen uitstel van betaling als de overdrachtsprijs schuldig is gebleven of is geschonken. In de zaak voor de Hoge Raad had een echtpaar hun aandelen in een bv overgedragen aan hun zoon en de zoon betaalde toen een derde deel van de koopsom. Verder was hij een derde deel van het bedrag schuldig gebleven en een even groot gedeelte werd aan hem geschonken. De vraag was of de inspecteur het verzoek van het echtpaar om uitstel van betaling voor de overdracht van de aandelen had mogen afgewezen. De Hoge Raad vond van wel. De betalingsuitstelfaciliteit waarop het echtpaar een beroep had gedaan (artikel 25 lid 9 Wet INV 1990) stelt namelijk als voorwaarde dat de overdrachtsprijs in het geheel moet zijn schuldig gebleven of geschonken. Nu de zoon een deel van de koopsom had betaald, voldeed men dus niet aan deze voorwaarde.
De belastingplichtige kan overigens bij het staken van een onderneming voor de inkomstenbelasting wel gedeeltelijk uitstel van betaling krijgen als de overdrachtsprijs gedeeltelijk is schuldig gebleven (artikel 25 lid 18 Wet INV 1990).
Wet: artikel 25 lid 9 INV 1990
Meer informatie: Hoge Raad, 7 december 2012, LJN: BY5288
Geef een reactie