Een bezwaar per e-mail mag alleen niet-ontvankelijk worden verklaard als een hersteltermijn wordt gegeven, aldus de Hoge Raad.
Volgens de Algemene wet bestuursrecht kan een bericht elektronisch naar een bestuursorgaan worden verzonden, voor zover het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat deze weg is geopend. Het bestuursorgaan kan nadere eisen stellen aan het gebruik van de elektronische weg. Per e-mail bezwaar indienen tegen een opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting bij de gemeente Rotterdam was bijvoorbeeld niet mogelijk, zo bleek uit deze zaak. In dit geval was het bezwaar per e-mail tijdig ingediend, maar gaf de gemeente toen aan dat dit bezwaar niet rechtsgeldig was en verwees naar informatie over de wijze van bezwaar. Als het bezwaar inmiddels niet-tijdig was, kon de belanghebbende nog schriftelijk bezwaar indienen. Toen het bezwaarschrift een maand later schriftelijk werd ingediend, verklaarde de heffingsambtenaar het bezwaar echter niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de bezwaartermijn.
In lijn met zijn arrest van 11 augustus 2017 oordeelde de Hoge Raad dat de heffingsambtenaar het bezwaar niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren zonder dat aan de belanghebbende een termijn was gegeven waarbinnen hij het verzuim van het niet langs de juiste weg indienen van het bezwaarschrift had kunnen herstellen. Als een zodanige termijn niet is genoemd, is niet de gelegenheid tot herstel van het verzuim geboden zoals wettelijk vereist.
Wet: artikel 2:15, 6:2 en 6:6 Awb
Meer informatie: Hoge Raad 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2548
Geef een reactie