Wie het niet eens is met een besluit van de fiscus, hoeft niet expliciet in zijn bezwaarschrift op te nemen dat het om een bezwaar gaat. Het is wel van belang dat de inhoud ervan geen twijfel over laat bestaan dat de belastingplichtige het niet eens is met het besluit van de fiscus.
Een brief waarin een belastingplichtige of zijn gemachtigde ingaat op bijvoorbeeld een door de inspecteur opgelegde aanslag kwalificeert niet automatisch als een bezwaarschrift. Uit de brief moet namelijk duidelijk zijn af te leiden dat men bezwaar maakt tegen de desbetreffende aanslag. Het opnemen van de woorden ‘bezwaar’ of ‘bezwaarschrift’ is overigens niet vereist. Zo oordeelde Hof Leeuwarden dat een brief waarin een gemachtigde alleen aanstuurde op een overleg met de inspecteur over toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet, in ieder geval niet wordt aangemerkt als een bezwaarschrift. Volgens het hof bleek in die zaak evenmin dat de belastingplichtige en zijn gemachtigde de intentie hadden om bezwaar aan te tekenen tegen de opgelegde aanslag. Omdat de brief niet kwalificeerde als een bezwaarschrift kon de vrouw niet in beroep komen tegen het uitblijven of niet tijdig nemen van een besluit (fictieve weigering) op haar bezwaarschrift.
Wet: artikel 6:4 Wet Awb
Meer informatie: Gerechtshof Leeuwarden, 15 januari 2013 (gepubliceerd 17 januari 2013), LJN: BY8719
Geef een reactie