Als de werkgever van de fiscus een correctiebericht moet indienen, kan hij hiertegen alsnog in bezwaar en beroep gaan. Dit maakte Rechtbank Breda op uit de wet en totstandkomingsgeschiedenis van het correctiebericht.
Aangifte corrigeren met correctiebericht
Als de Belastingdienst een fout opmerkt nadat de aangiftetermijn voor de loonheffingen is verstreken, moet de werkgever de fout corrigeren binnen de termijn die de Belastingdienst geeft. Meestal betekent dit dat de werkgever de fout bij de eerstvolgende of uiterlijk bij de daaropvolgende aangifte loonheffingen moet corrigeren. Dit gebeurt aan de hand van een correctiebericht bij de aangifte.
Inspecteur legde correctieverplichting op
In een zaak die Rechtbank Breda behandelde, legde de inspecteur de werkgever de verplichting op een correctiebericht in te sturen. Volgens de fiscus was de cataloguswaarde van een geïmporteerde auto van de zaak verkeerd berekend. Naar aanleiding van de correctieverplichting, diende de werkgever correctieberichten in en voldeed de belasting. Maar tegelijkertijd maakte de werkgever bezwaar tegen de gecorrigeerde cataloguswaarde, omdat hij het niet eens was met het standpunt van de inspecteur.
Wetgever verwachtte naheffingsaanslag
De inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat geen bezwaar mogelijk is tegen een betaling op correctieberichten. De rechter zag het echter anders. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van het correctiebericht bleek dat de wetgever ervan uitging in zo’n situatie dat uiteindelijk een naheffingsaanslag zou worden opgelegd, waartegen wel bezwaar en beroep openstaat. Nu dat niet is gebeurd in deze zaak, vatte de rechter de betaling van het correctiebericht op als een afdracht op een verbeterde aangifte.
Bezwaar en beroep waren ontvankelijk
Voor een verbeterde aangifte kent de AWR geen regeling, maar in dit geval oordeelde de rechter dat de werkgever bezwaar en beroep kon instellen tegen de betaling op de verbeterde aangiften. De werkgever werd daarom ontvankelijk verklaard en de rechter ging verder met de andere punten in deze zaak waartegen de werkgever in beroep was gegaan.
Wet: artikel 26, lid 2 AWR en artikel 28a, lid 2, Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Breda, 8 juli 2011 (gepubliceerd 25 augustus 2011), LJN: BR5787
Geef een reactie