Het indienen van een bezwaarschrift dat verwijst naar een onjuiste aangifte, is geen vorm van valsheid in geschrifte. De Hoge Raad ziet een bezwaarschrift namelijk niet als een bewijsstuk.
Een man was in cassatie gegaan tegen zijn veroordeling voor het plegen van valsheid in geschrifte. Meer specifiek betrof de aanklacht het valselijk opmaken van een geschrift dat was bestemd om tot bewijs van enig feit (bewijsstuk)te dienen. Hof Amsterdam had de man schuldig bevonden omdat hij namens een dga een bezwaarschrift had ingediend en daarbij als motivering had verwezen naar de aangifte inkomstenbelasting over 2007. In deze aangifte was ten onrechte het salaris uit een B.V. buiten beschouwing gelaten. Hier was geen sprake van een pleitbaar standpunt. Maar de Hoge Raad oordeelde dat de verwijzing naar de onjuiste aangifte van het bezwaarschrift nog geen bewijsstuk maakte. De Hoge Raad sprak de man daarom vrij van het opmaken van een vals bewijsstuk.
Wet: artikel 69, tweede lid AWR
Meer informatie: Hoge Raad 3 oktober 2017 (gepubliceerd 4 oktober 2017), ECLI:NL:HR:2017:2542
Geef een reactie