De minister van Financiën heeft een bezwaar tegen het besluit op een verzoek om informatie over de handhaving van de regels rond schijnzelfstandigheid onder de Wet deregulering beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) ongegrond verklaard. Het gaat om een verzoek op basis van de Wet open overheid (Woo).
Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is in 2022 gevraagd om openbaarmaking van de informatie die betrekking heeft op de handhaving van de regels rond schijnzelfstandigheid onder de Wet DBA.
Er zijn 50 documenten gevonden die passen binnen de reikwijdte van het verzoek. Daarvan zijn 2 documenten niet openbaar gemaakt, 32 documenten deels openbaar en 6 documenten geheel openbaar. De resterende 10 documenten waren reeds openbaar. Er is bezwaar aangetekend tegen het besluit van 11 januari 2023 waarin is aangevoerd dat a) achterliggende documenten (zoals nota’s, memo’s en correspondentie) niet op de inventarislijst staan. Daarnaast heeft geen inventarisatie plaatsgevonden van e-mails, whatsapp- en sms-berichten en b) artikel 5.1, tweede lid, onderdeel e, van de Woo had niet mogen worden toegepast op de namen en functie van personen die vanuit hun functie in de openbaarheid treden. Dat is volgens de bezwaarmaker staande beleid bij de overheid. De minister heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Geef een reactie