Als een EU-lidstaat rekening houdt met een eventuele minderwaarde bij de binnenlandse verkoop van in het kader van een aandelenfusie verkregen aandelen, moet zij ook rekening houden met zo’n minderwaarde als de verkoop plaatsvindt in een andere EU-lidstaat.
Effecten van aandelenfusie voor IB-onderneming
Sommige ondernemers voor de inkomstenbelasting bezitten effecten die zij tot hun ondernemingsvermogen mogen rekenen. Deze effecten worden dan dus niet forfaitair belast in box 3, maar over de werkelijke opbrengsten in box 1. Dit zou tot problemen kunnen leiden in het geval van een aandelenfusie. In dat geval heeft de ondernemer immers de aandelen vervreemd en zou hij fiscaal moeten afrekenen. Maar in deze situatie heeft hij in ruil voor zijn vervreemde aandelen geen liquide middelen ontvangen, maar aandelen in een ander lichaam. Dit probleem is in beginsel op te lossen door de aandelenfusiefaciliteit.
Kern aandelenfusiefaciliteit IB
De kern van de aandelenfusiefaciliteit in de inkomstenbelasting houdt in dat het voordeel van de aandelenfusie onder voorwaarden buiten de heffing blijft. Het moet dan gaan om een fusie waarbij de ene vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen zoveel aandelen in een andere vennootschap verwerft, dat zij daarin meer dan 50% van de stemrechten kan uitoefenen. In plaats van eigen aandelen mogen ook winstbewijzen worden uitgekeerd. Een bijbetaling op de aandelen is toegestaan mits deze blijft onder de 10% van de nominale waarde van de uitgereikte aandelen. Bovendien valt de bijbetaling niet onder de fusievrijstelling. Ten slotte moet de belastingplichtige de met de fusie verkregen aandelen waarderen tegen dezelfde fiscale boekwaarde als de vervreemde aandelen. De vennootschapsbelasting kent overigens een vergelijkbare faciliteit.
Vestigingsplaats betrokken vennootschappen
Voor wat betreft de aandelenfusiefaciliteit zijn er drie situaties mogelijk:
- beide betrokken vennootschappen zijn gevestigd in Nederland;
- beide betrokken vennootschappen zijn gevestigd in een lidstaat van de EU of in een aangewezen EER-lidstaat; of
- de verkrijgende vennootschap is gevestigd in Nederland en de vennootschap waarvan de aandelen worden verkregen is gevestigd in een derdenland.
Antimisbruikbepaling
De Belastingdienst weigert de toepassing van de aandelenfusiefaciliteit als de fusie voor meer dan 50% is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. De inspecteur gaat ervan uit dat dit het geval is als de fusie niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. Daarbij tellen herstructurering en rationalisering van de actieve werkzaamheden van de bij de fusie betrokken rechtspersonen als zakelijke overwegingen. De belastingplichtige kan tegenbewijs leveren.
Verlies bij verkoop vervangende aandelen
De aandelenfusiefaciliteit is een implementatie van de fusierichtlijn. Lidstaten van de EU zijn verplicht fiscale regelingen te treffen om fusies en andere reorganisaties niet te belemmeren. Voor het Hof van Justitie van de EU is de vraag opgekomen of de lidstaten de meerwaarde uit een gefacilieerde aandelenfusie mogen berekenen naar aanleiding van die fusie, terwijl zij de heffing uitstellen tot het moment waarop de verkregen aandelen worden vervreemd. Het Hof oordeelt dat dit is toegestaan. De staat die uitstel verleent mag ook heffen als de vervreemding van de vervangende aandelen niet binnen de heffingsbevoegdheid van deze lidstaat valt. Deze lidstaat moet dan wel rekening houden met een eventuele minderwaarde die bij de aandelenverkoop is geleden. Tenminste, als zij dit ook zou doen als de aandeelhouder fiscaal inwoner was van die lidstaat op het moment van de verkoop van de vervangende aandelen.
Verdrag: art. 49 VWEU
Richtlijn: art. 8 richtlijn 90/434/EEG (Fusierichtlijn)
Meer informatie: HvJ van de EU 22 maart 2018, nrs. C-327/16 en C-421/16
Geef een reactie