Tegen een afwijzing van een verzoek tot kwijtschelding of uitstel van betaling staat administratief beroep open bij de directeur van de belastingen. Bij ongegrondverklaring staat volgens de Hoge Raad dan alleen nog beroep open bij de burgerlijke rechter.
In deze zaak was aan de belanghebbende een definitieve aanslag IB/PVV opgelegd die resulteerde in een te betalen bedrag. Toen de ontvanger zijn verzoek tot kwijtschelding afwees, ging de belanghebbende in beroep bij Rechtbank Den Haag en in hoger beroep bij Gerechtshof Den Haag. De rechtbank wees er daarbij op dat zij niet bevoegd was op een verzoek tot kwijtschelding te beslissen en dat belanghebbende zich tot de ontvanger van de belastingen diende te wenden. Volgens de Rechtbank staat tegen een afwijzende beschikking van de ontvanger op een verzoek tot kwijtschelding zogenoemd administratief beroep open bij de directeur van de belastingen. Tegen ongegrondverklaring van dat beroep staat vervolgens geen beroep bij de bestuursrechter open, maar kan uitsluitend nog een vordering bij de burgerlijke rechter worden ingesteld op de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde wijze. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank hiermee was uitgegaan van een juiste opvatting omtrent de bevoegdheid van de burgerlijke rechter. Anders dan de Hoge Raad (civiele kamer) overwoog in het arrest van 12 augustus 2016, geldt hetzelfde ten aanzien van beslissingen op een verzoek tot het verlenen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25 van de Invorderingswet, aldus de Hoge Raad. Ook de Belastingdienst liet al weten dit arrest van 12 augustus 2016 niet als uitgangspunt te nemen.
Let op!
Op basis van het voorstel Fiscale vereenvoudigingswet 2017 worden in de toekomst de bestuursrechter bij de rechtbank (in eerste aanleg), het gerechtshof (in hoger beroep) en de Hoge Raad (in cassatie) bevoegd ten aanzien van geschillen over uitstel en kwijtschelding van zowel belasting- als toeslagschulden. De streefdatum voor invoering van deze wijziging is 1 januari 2019.
Wet: artikelen 25 en 26 Invorderingswet 1990, artikelen 7 en 24 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, artikel 25.7 Leidraad invordering 2008, Fiscale vereenvoudigingswet 2017
Meer informatie: Hoge Raad 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2735
Geef een reactie