Tegenwoordig betaalt men per saldo geen inkomstenbelasting meer over de eigen woning, zo wordt wel eens gezegd. Maar uit het antwoord van de staatssecretaris van Financiën op Kamervragen blijkt dat dit toch niet helemaal klopt. Wie een lage eigenwoningschuld heeft en zijn eigenwoningrente aftrekt tegen het toptarief, moet mogelijk per saldo wel inkomstenbelasting betalen.
Normaal gesproken bestaat het inkomen uit eigen woning uit het eigenwoningforfait minus de aftrekbare kosten van de eigen woning. Is het eigenforfait hoger dan de aftrekbare kosten, dan heeft men recht op de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning. En dus komt men per saldo uit op nihil. Wie echter de kosten van de eigen woning aftrekt tegen het toptarief van 52%, moet bij de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting het belastingbedrag verhogen met een bepaald bedrag. Dit bedrag is gelijk aan 2% over het verschil tussen het box 1-inkomen vóór aftrek van de kosten van de eigen woning en € 67.072 (cijfers 2017). Hierbij geldt een maximum van 2% over de aftrekbare kosten van de eigen woning.
Rekenvoorbeeld
Stel nu dat een de eigenwoningbezitter te maken heeft met een eigenwoningforfait van € 1.950 en aftrekbare kosten van de eigen woning à € 2.000, die hij volledig aftrekt tegen 52%. In eerste instantie heeft hij recht op een aftrek van 52% x (€ 2.000 -/- € 1.950) = € 26. Daarnaast vindt een verhoging van de verschuldigde belasting plaats van 2% x € 2.000 = € 40. Per saldo betaalt de belastingplichtige dus € 40 -/- € 26 = € 14 aan inkomstenbelasting vanwege zijn eigenwoningbezit. De staatssecretaris van Financiën heeft in een antwoord op Kamervragen verklaard dat de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld hier niet van toepassing is, omdat de aftrekbare kosten het eigenwoningforfait overtreffen.
Ontsnappingsmogelijkheden?
Belastingplichtigen met een fiscale partner die in een lager tarief valt, kunnen deze heffing ontlopen door (een afdoend deel van) het negatieve saldo inkomsten uit eigen woning toe te rekenen aan die partner. Het Kamerlid vroeg ook of het mogelijk was om de heffing te ontlopen door de aftrekbare kosten van de eigen woning simpelweg niet op te geven. Maar de staatssecretaris heeft geantwoord dat men verplicht is de kosten van een eigenwoningschuld op te geven. Het gaat hier niet om een keuze.
Wet: artikelen 2.10, tweede lid, 2.10a, tweede lid, 3.112, 3.120 en 3.123a wet IB 2001
Meer informatie: ministerie van Financiën 8 mei 2017, 2017-0000077012
Geef een reactie