Het overgrote deel van de huiseigenaren kan een serieuze verduurzaming van de eigen woning financieren met spaargeld of een lening. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van DNB.
De verduurzaming van woningen is een belangrijk onderdeel van de transitie naar een klimaatneutrale economie. Maar een duurzame woning is niet alleen goed voor het klimaat, het kan ook de energierekening verlagen. En hierdoor hoeft de overheid bij een nieuwe sterke stijging van de energieprijzen minder snel kostbare maatregelen te nemen om huishoudens te compenseren, zoals met het energieprijsplafond. Het tempo van verduurzaming van woningen is sinds de energiecrisis sterk toegenomen maar ligt nog steeds te laag om de gestelde doelen te halen van 2,5 miljoen geïsoleerde woningen in 2030. Daarom is onderzocht of huishoudens nog steeds een prikkel ervaren om te verduurzamen en energieverbruik te verminderen en of huiseigenaren hiervoor voldoende financiële middelen hebben.
Spaargeld of leningen
Belangrijke factor voor het verduurzamen van woningen, is de financiering. Volgens schattingen op basis van CBS-Microdata kan 95% van de huiseigenaren de investeringskosten van verduurzaming van de eigen woning (isolatie tot energielabel B en elektrische warmtepomp) financieel dragen met spaargeld of een lening binnen de maximale leennormen, waarbij ze een financiële buffer aanhouden van € 10.000. De meeste huiseigenaren (66%) hebben voldoende spaargeld dat ze zouden kunnen aanwenden voor het verduurzamen van hun huis. Bijna alle andere huiseigenaren (29%) hebben de mogelijkheid om verduurzaming te financieren met een lening binnen de maximale leennormen, of (3%) kan dit financieren door gebruik te maken van de Energiebespaarlening(Verwijst naar een externe site) (EBL) van het Warmtefonds. Ook in de laagste inkomensgroep kunnen veruit de meeste huiseigenaren verduurzaming financieren (96%) met spaargeld, een lening binnen de maximale leennormen of de EBL.
Onduidelijkheid over terugverdientijd
Naast de analyse van CBS-Microdata, is huiseigenaren gevraagd naar het verduurzamen van hun woning. Daaruit blijkt dat huiseigenaren de investering hierin nog steeds vooral betalen met eigen spaargeld (82%) en maar weinig met leningen bij de bank (7%) of bij een overheidsfonds (5%). Het lage aantal leningen hangt waarschijnlijk deels samen met de administratieve kosten bij het afsluiten van een banklening voor verduurzaming. Deze zijn niet van toepassing bij het afsluiten van een lening bij het Warmtefonds, maar ook hier wordt volgens de enquête relatief weinig gebruik van gemaakt. Het lijkt erop dat veel huiseigenaren niet bekend zijn met deze mogelijkheid.
Waarom niet investeren?
Een andere factor die huiseigenaren tegenhoudt bij het investeren in verduurzaming van hun woning zijn de kosten. Meer dan een kwart van de huiseigenaren die de afgelopen tien jaar niet in verduurzaming geïnvesteerd heeft, geeft als reden de ‘lange terugverdienperiode’, een vijfde noemt de hoge installatiekosten en bijna een zesde zegt dat het onduidelijk is wat de kosten en baten zijn. Ook het bedrag dat huiseigenaren bereid zijn te betalen voor het verduurzamen van de eigen woning is nog steeds opvallend laag.
Als financiering en heldere informatie niet helpen
Als vervolgens, ondanks betere informatie, de verduurzaming niet snel genoeg gaat, dan kan de overheid eventueel overwegen om het klimaatbeleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving aan te scherpen. De belangrijkste beleidsinstrumenten die de overheid hiervoor heeft zijn normeren, beprijzen en subsidiëren. De uitstootbelastingen liggen in de gebouwde omgeving echter al op een relatief hoog niveau. Ook zijn er al veel verduurzamingssubsidies voor woningen beschikbaar. Verder zijn huiseigenaren die hun woning ingrijpend verbouwen volgens Europese normen verplicht hierbij ook verduurzamingsmaatregelen te nemen, zoals warmtepompen of zonnepanelen. In Nederland gelden momenteel ook normen voor energielabels voor kantoorpanden en vanaf 2030 gelden er ook normen voor energielabels van huurwoningen.
Als het tempo van verduurzaming desondanks achterblijft bij de doelstelling, kan overwogen worden om in aanvulling hierop gefaseerd een verduurzamingsplicht bij de aankoop van een nieuwe woning in te voeren. Dit houdt in dat er een norm komt voor de minimale energieprestatie van een woning binnen een bepaalde tijd na de aankoop. Bij het invoeren van een verduurzamingsplicht moet er oog zijn voor het handelingsperspectief van huizenkopers. Hiervoor is het belangrijk dat zij voldoende tijd krijgen om de benodigde investeringen te doen. Dit is ook nodig vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Ten slotte moet de huidige steun in de vorm van gunstige leningen en subsidies beschikbaar blijven voor huiseigenaren die moeite hebben om dit soort investeringen te betalen en voor investeringen die (nog) niet rendabel zijn.
Bron: DNB, 22 april 2024
Masterclass in de Eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben. Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie