De bijstellingsregeling accijns, belasting van personenauto’s en motorrijwielen, motorrijtuigenbelasting, belastingen op milieugrondslag, Provinciewet en enkele bedragen van bestuurlijke boeten 2020 is gepubliceerd evenals de Bijstellingsregeling directe belastingen 2020.
Met de bijstellingsregeling accijns worden diverse bedragen in de Wet op de accijns, de Wet BPM 1992, de Wet MRB 1994, de Wbm en de Provinciewet jaarlijks bij het begin van het kalenderjaar aangepast door deze te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in art. 10.2 Wet IB 2001. Voor 2020 is deze tabelcorrectiefactor bepaald op 1,016. Gelet op de daartoe in art. 10.1 IB 2001 opgenomen mogelijkheid, is op de uit de vermenigvuldiging verkregen bedragen de nodig geachte afronding toegepast.
Tevens strekt deze regeling tot aanpassing van een aantal boetebedragen in de indirecte belastingen en in de Douanewet. Deze boetebedragen worden met ingang van 1 januari 2015 telkens na een periode van vijf jaar geïndexeerd. Voor de bepaling van de nieuwe boetebedragen wordt als tabelcorrectiefactor genomen het product van deze factoren van de laatste vijf jaren. Voor de aanpassing van de boetebedragen met ingang van 1 januari 2020 is de factor bepaald op 1,0447.
Ook geeft deze regeling uitvoering aan de in art. XXIII van de Wet uitwerking Autobrief II (WUA II) opgenomen verlaging van 2,8% van de bedragen genoemd in kolom IV van de tabellen in art. 9, eerste en tweede lid, Wet BPM 1992. Deze verlaging wordt ingevolge art. XXIV WUA II toegepast nadat de bedoelde bedragen zijn geïndexeerd.
Besluit van 18 december 2019, nr. 2019-0000202068
Bijstellingsregeling directe belastingen 2020
De Bijstellingsregeling directe belasting 2020 is gepubliceerd met de geïndexeerde bedragen voor 2020 in de Wet IB 2001, Wet LB 1964, Wet VPB 1969, SW 1956, Awir, Kw.Inv.Rb., AWR, IW 1990, Uitv.besl. LB 1965, art. XXXIX van het Belastingplan 2019 en Wet inkomstenbelasting BES.
De per 1 januari 2020 toe te passen tabelcorrectiefactor van art. 10.2 Wet IB 2001 bedraagt 1,016. Als basis voor de bijstelling voor 2020 gelden in beginsel de na bijstelling voor 2019 op twee decimalen rekenkundig afgeronde bedragen. Door de toegepaste afrondingsregel leidt de inflatiecorrectie bij het begin van 2020 niet tot een aanpassing van enkele bedragen.
Geef een reactie