De afschaffing van de VAR raakt ook de regelingen voor de arbeidsverhoudingen bij bijzondere groepen zoals artiesten, sporters, commissarissen etc. Voor de commissarissen is dit met een besluit opgevangen. Hoe zit het met andere groepen, bijvoorbeeld artiesten?
In de nog bestaande regelingen voor bijzondere groepen, is vaak geregeld dat een dienstverband niet geacht wordt te bestaan als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan of er wordt juist een fictief dienstverband geregeld. Een voorbeeld van het eerste is de vrijwilligersregeling. Voorbeelden van het laatste zijn de nu nog bestaande commissarissenregeling en de artiestenregeling. Voor artiesten moeten opdrachtgevers eerst testen of er sprake is van een gewoon dienstverband, wat bij langere opdrachten snel het geval kan zijn. Is er geen sprake van een dienstverband dan creëert de artiestenregeling een fictief dienstverband. De opdrachtgever moet loonheffingen inhouden en de artiest krijgt netto uitbetaald en onder meer recht op WW-uitkering. Maar de artiest hoeft niet gebruik te maken van de artiestenregeling, als hij voor particulieren optreedt of als hij een VAR-wuo of VAR-dga overlegt.
De toetsing van de VAR vervalt per 1 mei, dus aan die voorwaarde om niet gebruik te maken artiestenregeling kan niet meer worden voldaan. Om toch uit de artiestenregeling te kunnen stappen volstaat vanaf dan een verklaring dat niet gebruik gemaakt wordt van de artiestenregeling. Molenaar komt in het Weekblad Fiscaal Recht tot de conclusie dat dit overall gunstig kan zijn voor de artiest, maar het zou ook kunnen dat artiesten gedwongen worden te acteren dat ze graag van de artiestenregeling afzien.
Meer informatie:
D. Molenaar, Artiestenregeling na afschaffing van de VAR, WFR 2016/83
Geef een reactie