De boekwinst die een ondernemer behaalde bij de verkoop van een stuk grond dat behoorde tot het ondernemingsvermogen, viel op basis van het gelijkheidsbeginsel en de mogelijkheid tot heretikettering onder de landbouwvrijstelling.
Agrarische ondernemers konden op basis van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 8 maart 2006 bestaande woningen die tot het ondernemingsvermogen behoorden onbelast overbrengen naar privé. Het verschil tussen de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (hierna: WEVAB) cultuurgrond en de WEVAB bouwgrond valt namelijk onder de landbouwvrijstelling. De Hoge Raad besliste onlangs dat een firmant die cultuurgrond onttrok aan het ondernemingsvermogen voor de bouw van een nieuwe woning ook recht had op toepassing van deze goedkeuring. Dit gold overigens ook voor de twee medefirmanten die de cultuurgrond aan hem hadden verkocht. De fiscus legde in eerste instantie een navorderingsaanslag op aan deze medefirmanten. Maar vernietigde deze weer door het ontbreken van een nieuw feit. De gerealiseerde boekwinst van deze medefirmanten viel daardoor wel onder de landbouwvrijstelling. Dit was volgens de inspecteur echter niet het geval bij de firmant die het cultuurgrond had gekocht. Deze vond dat de fiscus daarmee het gelijkheidsbeginsel had geschonden. Zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde. Beiden situaties weken volgens de Hoge Raad niet veel af van de situatie waarop het besluit zag, namelijk het overbrengen van een bestaande woning naar het privévermogen. De gerealiseerde boekwinst van deze firmant viel daarom ook onder de landbouwvrijstelling.
Wet: artikel 3.12 Wet IB 2001, Besluit van 8 maart 2006, CPP2005/3338M
Meer informatie: Hoge Raad, 20 april 2012, LJN: BP6660
Geef een reactie