De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat boeterente bij eigenwoningschuld, al dan niet in het kader van rentemiddeling, niet wordt aangemerkt als kosten van geldleningen maar als rente van schulden. Het besluit gaat in per 8 december 2015.
Boeterente is hierdoor aftrekbaar als rente van schulden en wordt ook voor de beoordeling van de fiscale aflossingseis aangemerkt als rente. Onder boeterente wordt in dit kader verstaan de reële vergoeding die de bank in rekening brengt en die bestaat uit het renteverlies dat de bank lijdt over de nog resterende rentevastperiode bij het (gedeeltelijk) aflossen, wijzigen of oversluiten van een lening. Het maakt daarbij niet uit hoe de bank deze vergoeding berekent en of deze al dan niet wordt uitgesmeerd over de nieuwe rentevastperiode.
Andere opslagen die een bank in het kader van rentemiddeling in rekening brengt, zoals een opslag voor het risico van vroegtijdig volledig aflossen bij verkoop, zijn niet aan te merken als boeterente. Deze opslagen worden dan ook niet aangemerkt als rente van schulden, behalve als het totaal van alle overige opslagen de doelmatigheidsgrens van 0,2% niet overschrijdt.
Als de definitieve aanslag al onherroepelijk vaststaat, kan de belastingplichtige een verzoek om ambtshalve vermindering doen binnen vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarop de belastingaanslag betrekking heeft. Een verzoek om ambtshalve vermindering is alleen van belang als de boeterente door middel van rentemiddeling is betaald.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 27 november 2015, BLKB2015/1486M
Geef een reactie