Hof Arnhem-Leeuwaren besliste in een feitelijke zaak dat de box 3-heffing in strijd is met het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens het hof was er sprake van een individuele en buitensporige last doordat geen rekening was gehouden met de onteigening door de Staat van het vermogen van de belanghebbende.
Het betrof een 75-jarige alleenstaande man die alleen een AOW-uitkering en van een klein aanvullend pensioen genoot. Hij had zijn eigen woning verkocht en de verkoopopbrengst geïnvesteerd in een effectenportefeuille. In januari 2013 verkocht hij al zijn aandelen en kocht met de opbrengst aandelen van SNS Reaal. Op 1 maart 2013 onteigende de staatssecretaris van Financiën de SNS-aandelen en deed een aanbod van schadeloosstelling van € 0. Belanghebbende gaf de aandelen niet op in zijn IB-aangifte. De inspecteur corrigeerde dit.
Individuele en buitensporige last
Het hof stelde voorop dat de wetgever de hem toekomende ruime beoordelingsmarge niet had overschreden. Maar volgens het hof vormde de box 3-heffing in deze concrete situatie een individuele en buitensporige last voor belanghebbende en was daarmee in strijd met artikel 1 EP bij het EVRM. Het onteigende vermogen kon in 2013 immers geen inkomsten meer opleveren en belanghebbende had bovendien nooit meer kans daarmee rendement te behalen. Daarnaast werden de nadelige gevolgen van het wettelijke systeem van belasten van vermogensinkomsten sinds de wetswijziging per 1 januari 2011 niet meer gedempt. Daarmee was de box 3-heffing in een zo ver verwijderd verband met de voor belanghebbende geldende realiteit komen te staan dat deze voor belanghebbende leidde tot confiscatoire gevolgen. Door de belastingheffing daalde het inkomen van belanghebbende onder de armoedegrens en kwam hij niet meer in aanmerking voor huurtoeslag. Er kon daarom niet langer worden gezegd dat de heffing nog in een redelijke verhouding stond tot het met de heffing nagestreefde – legitieme – doel. Het hof verklaarde het hoger beroep van belanghebbende gegrond en berekende het inkomen uit sparen en beleggen alleen over de maand januari.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 februari 2017 (gepubliceerd op 10 maart 2017), ECLI:NL:GHARL:2017:1614
Geef een reactie