Wie zowel in Nederland als in België een huis bezit of huurt, kan dubbel belast worden voor de aanschaf van een auto: BPM in Nederland en ‘Belasting op inverkeerstelling’ in België. Er is geen sprake van strijd met EU-recht, bepaalde het Europees Hof van Justitie.
Het Hof van Justitie beantwoordde prejudiciële vragen van de Hoge Raad in een zaak van een Belgische orthodontist met een praktijk in Nederland. Zij bezat een woning in Nederland en huurde een appartement in België. Met haar partner verbleef ze afwisselend op beide plekken. Haar auto had een Belgisch kenteken, waarvoor ze bij registratie bijna € 5.000 ‘Belasting op inverkeerstelling’ had betaald. Toen ze in 2006 ook gebruik maakte van het Nederlandse wegennet, legde de inspecteur een naheffingsaanslag BPM op van ruim € 17.000. Ze was immers inwoonster van Nederland. Maar omdat ze ook in België woonde en daar al belasting had betaald, betwistte ze de naheffing. De zaak kwam uiteindelijk bij het Hof. De Europese rechter stelde voorop dat de belasting op personenauto's binnen de Europese Unie niet is geharmoniseerd. Daarom zijn lidstaten vrij om hun fiscale bevoegdheden uit te oefenen, onder voorwaarde dat zij het EU-recht eerbiedigen en de regeling niet discriminerend is. In deze zaak vloeide het fiscale nadeel dat de orthodontist leed ten opzichte van de situatie waarin zij haar activiteiten verrichtte vóór de uitoefening van haar vrijheid van vestiging in Nederland, voort uit een niet-discriminerende uitoefening van de fiscale bevoegdheden. En bovendien leverde het volgens het hof geen strijd met het EU-recht. De dubbele heffing was dus toegestaan.
Meer informatie: Europees Hof van Justitie, 21 november 2013, C-302/12
Geef een reactie