De Hoge Raad besliste in een zaak over de BPM-teruggaaf van een ingevoerde, gebruikte auto dat niet moest worden uitgegaan van het tarief bij de eerste ingebruikname.
Voor een gebruikte personenauto moet de verschuldigde BPM worden berekend met het wettelijke tarief dat geldt in de periode waarin de registratie van die auto plaatsvindt, en niet het tarief dat gold bij de eerste ingebruikname. Voor de berekening van de waardedaling van de referentieauto moet worden uitgegaan van het wettelijke begrip catalogusprijs, dit is de prijs waarvoor de referentieauto in nieuwe staat is aangekocht, inclusief de BPM voor de registratie als ongebruikte personenauto. De catalogusprijs moet voor het bepalen van de procentuele belastingvermindering worden vergeleken met de prijs waarvoor die auto door een handelaar van een particulier wordt ingekocht in gebruikte staat.
Wet: artikel 10, lid 1 Wet BPM
Meer informatie: Hoge Raad, 19 oktober 2012, LJN: BY0567
Geef een reactie