Aan het begin van het nieuwe jaar kijkt Taxence met een aantal specialisten naar wat 2015 op fiscaal gebied zal brengen. Redmar Wolf bespreekt voor ons de ontwikkelingen op het gebied van de btw. Wolf is Senior Counsel bij Baker & McKenzie Amsterdam en hoogleraar indirecte belastingen aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Mijn inschatting is dat de btw-regels in 2015 geen majeure wijzigingen zullen ondergaan. De besluitvorming in Brussel lijkt langzaam maar zeker in een impasse beland, ook van onze eigen wetgever is op dit moment weinig nieuws te verwachten. Dat neemt echter niet weg dat in 2015 de nodige btw-kwesties zullen spelen. Een selectie daarvan treft u hieronder.
Elektronische diensten; een btw-chaos?
Met ingang van dit jaar zijn elektronische- telecommunicatiediensten belast in het land van de particuliere afnemer. Denk hierbij aan het via internet aanbieden van informatie (in welke vorm dan ook), software, muziek, e-books maar ook telefonie of sms-diensten. Voorheen waren deze diensten belast in het land van de ondernemer, deze laatste had aldus enkel met de eigen fiscus van doen. Per 2015 moet de ondernemer btw betalen in alle landen waaraan hij levert.
Het is echter mogelijk om deze btw aan te geven via één land: de zogeheten Mini One Stop Shop regeling, ofwel: MOSS. Een Nederlandse ondernemer kan via het MOSS-portaal bij de Nederlandse belastingdienst ook de btw betalen die hij in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland verschuldigd is. Waarbij hij dan wel met de lokale btw-tarieven moet rekenen.
Tot zover de theorie. De praktijk blijkt inmiddels weerbarstiger. De invoering van de nieuwe regels blijkt niet in alle gevallen soepel te verlopen. Sommigen menen zelfs dat de nieuwe btw-regels het leven van (kleine) webwinkels onmogelijk maken. In Nederland leidde een en ander al tot bezorgde Kamervragen, ook in andere EU-landen wordt aandacht gevraagd voor de positie van met name kleine ondernemers op de EU-markt. Een dossier dat in 2015 aandacht behoeft.
Achterstelling digitale sector?
De digitale sector in Nederland voelt zich sowieso al btw-achtergesteld omdat e-books en e-kranten niet zoals papieren uitgaven onder het lage tarief vallen. Frankrijk en Luxemburg hanteren al enige tijd wél een laag tarief. Overigens tot ongenoegen van de Europese Commissie die beide landen inmiddels voor het EU Hof van Justitie ("HvJ") daagde. Italië, Malta en België introduceerden desondanks onlangs óók een laag tarief. Staatssecretaris Wiebes voelt hier echter niets voor omdat de btw-richtlijn dit niet toelaat. Al met al een prikkelend dossier dat zeker een vervolg krijgt in 2015.
Pensioen en btw; koepelvrijstelling en ATP
Per 1 januari van dit jaar kan de koepelvrijstelling niet meer worden toegepast voor pensioenadministratie. Samenwerkende verzekeraars (en uiteindelijk de verzekerden) zullen hierdoor te maken krijgen met extra btw-lasten. Overigens, het is de vraag of deze wijziging van de vrijstelling wel in alle gevallen EU-proof is. Wellicht wordt deze vraag in 2015 nog aan een rechter voorgelegd.
In 2015 wordt ongetwijfeld eveneens de ATP-saga voortgezet. Bij een pensioenfonds dat kwalificeert als gemeenschappelijk beleggingsfonds is het beheer vrijgesteld, zo meent het HvJ in de zaak ATP. Dit beheer omvat ook pensioenadministratie. Hof Den Haag heeft op 5 december van het afgelopen jaar een pensioenfonds niet als beleggingsfonds aangemerkt en daarmee een beperkte toepassing van ATP gegeven. In 2015 zal, naar ik aanneem, de Hoge Raad zich over deze problematiek buigen. Wordt vervolgd.
Vaste inrichtingen, hoofdhuizen en fiscale eenheden
Afgelopen jaar deed het HvJ-arrest in de zaak Skandia nogal wat stof opwaaien. Hier besliste het Europese hof dat tussen een US-hoofdhuis en een EU-vaste inrichting sprake kon zijn van btw relevante prestaties indien de vaste inrichting in eigen land deel uitmaakte van een fiscale eenheid. Het is de vraag of de Nederlandse praktijk, waarbij hoofdhuis én vaste inrichting deel uitmaken van eenzelfde fiscale eenheid, wel past binnen de in Skandia uitgezette lijnen. Deze vraag krijgt in 2015 ongetwijfeld een vervolg.
Overdracht van een onderneming?
Een zaak die de Hoge Raad komend jaar vermoedelijk zal beslissen betreft de toepassing van het regime van art. 37d Wet OB 1968; de overdracht van een onderneming. Het ging om een belanghebbende die een kinderdagverblijf exploiteerde en deze exploitatie overdroeg aan een derde. Hierbij werd het bedrijfspand aan deze derde verhuurd. Hof Den Haag meende dat sprake was van de overdracht of overgang van een onderneming tegen betaling van een periodieke vergoeding. Over de 'huurtermijnen' was aldus geen btw verschuldigd. Deze zaak ligt thans bij de Hoge Raad die hierover, zo verwacht ik, in 2015 zal beslissen.
De naweeën van de integratieheffing
De Hoge Raad heeft in februari 2014 de hulp ingeroepen van het HvJ voor het vaststellen van de maatstaf van heffing bij een interne levering met een erfpacht. Inmiddels zijn de vragen van de Hoge Raad bij het HvJ bekend onder de naam van de betreffende belanghebbende: Het Oudeland Beheer bv (zaaknummer C-128/14). Het arrest van het HvJ in deze zaak is in 2015 te verwachten.
Vrijstelling voor verzekeringen, garanties en pechpas
Komend jaar volgt ook de uitspraak van het HvJ in de zaak Mapfree (C-584/13). Hier gaat het om de reikwijdte van de vrijstelling voor "handelingen ter zake van verzekering". Vooralsnog meent A_G Szpunar dat het tegen betaling verstrekken van bepaalde garanties aan kopers van gebruikte auto's onder deze vrijstelling valt. Vergelijk de pechpas waarover de Hoge Raad zich begin 2014 boog (Hoge Raad 14 februari 2014, nr. 12/05800).
Ten slotte
Hiermee besluit ik mijn beschouwingen. Zonder weidse vergezichten, maar wel met de nodige prikkelende btw-dossiers waar we in 2015 nog wel van zullen horen. Wordt vervolgd…
Eerder verschenen in deze serie
> Vpb 2015 – Michel Ruijschop
> Anbi 2015 – Sigrid Hemels
> Formeel belastingrecht 2015 – Igor Thijssen
Geef een reactie