Het besluit over de btw-behandeling van de uitleen van personeel is geactualiseerd en op 29 december in werking getreden.
Het besluit is een actualisering van het besluit van 14 maart 2017 en aangepast aan relevante jurisprudentie.
Er wordt nader toegelicht en verduidelijkt wanneer bij het ter beschikking stellen van personeel een btw-vrijstelling geldt dan wel wordt goedgekeurd dat btw-heffing achterwege mag blijven. In onderdeel 3.2 (structurele terbeschikkingstelling van personeel in de sociaal-culturele sector) als voorwaarde voor toepassing van de goedkeuring is toegevoegd dat de uitlener zich moet kunnen beroepen op de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Verder zijn situaties benoemd waarin het ter beschikking stellen van personeel als nauw samenhangend met een vrijgestelde (hoofd)prestatie kan zijn vrijgesteld.
Omdat inmiddels op grond van post b 25 van bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 de prestaties die worden verricht op grond van artikel 7 van de Participatiewet (tot 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand) zijn vrijgesteld van btw-heffing is de aanwijzing vervallen die vooruitlopend op deze aanpassing in onderdeel 3.2 was gegeven.
Anios
In onderdeel 4.4 is het begrip 'tijdelijk' verduidelijkt in de goedkeuring die is getroffen voor het buiten de btw-heffing laten van de uitleen van anios (artsen niet in opleiding tot specialist). Omdat niet alle anios daadwerkelijk een specialistenopleiding gaan volgen, is de goedkeuring beperkt tot één jaar te rekenen vanaf de datum van eerste indiensttreding na afstuderen.
Meer informatie: Besluit van 14 december 2018, nr. 2018-22809, Stcrt. 68656, 28 december 2018
Geef een reactie