Bij diensten met een internationaal karakter is het van groot belang dat duidelijk is welk land btw over de dienst mag heffen. Onduidelijkheid hierover kan namelijk leiden tot situaties van dubbele btw-heffing of juist geen btw-heffing (vacuüm). De Wet omzetbelasting maakt een onderscheid tussen diensten aan ondernemers en diensten aan niet-ondernemers.
Begrip ‘diensten’
Het begrip ‘diensten’ in de Wet omzetbelasting is erg ruim. Diensten zijn alle prestaties tegen vergoeding waarbij geen sprake is van levering van goederen. Diensten kunnen zeer verschillend van karakter zijn. Ze kunnen betrekking hebben op een bepaald goed, maar ze kunnen ook los staan van goederen. De impact van diensten kan beperkt zijn tot één land, maar zij kan ook een internationaal karakter hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval als partijen in verschillende landen zijn gevestigd of als de diensten feitelijk in het buitenland plaatsvinden.
Business to business diensten
Er bestaat een aparte set van regels voor diensten aan ondernemers (ook wel business to business of B2B genoemd) en een aparte set van regels voor diensten aan niet-ondernemers (ook wel business to consumer of B2C). Sinds 2010 zijn er minder uitzonderingen voor B2B diensten. Zo zijn er minder buitenlandse registraties voor dienstverleners, wat een administratieve vereenvoudiging oplevert. Daarnaast betalen afnemers minder vaak buitenlandse btw, waardoor zij minder btw hoeven voor te financieren en minder btw hoeven terug te vragen in het buitenland.
Controle btw-status afnemer
De B2B-regels zijn in beginsel alleen van toepassing als de afnemer voor btw-doeleinden is geregistreerd als ondernemer en dus beschikt over een btw-identificatienummer. Sinds 12 september 2012 kan de dienstverlener het btw-identificatienummer, naam en adres van de afnemer controleren via het VAT Information Exchange System op de internetsite van de Europese Commissie. Als de afnemer geen btw-identificatienummer (meer) heeft en een onjuist nummer opgeeft, loopt de dienstverlener het risico dat de fiscus alsnog btw bij hem naheft als hij desondanks de B2B-regels toepast. Anderzijds wordt de dienstverlener wel beschermd door ‘goeder trouw’, zodat hij niet bij elke transactie met vaste bekende afnemers het btw-identificatienummers hoeft te controleren. Neemt de ondernemer diensten af voor privé-activiteiten, dan mag hij niet zijn btw-identificatienummer verstrekken. In dat geval zijn de B2C-regels van toepassing. Maar let op, de dienstverlener moet zelf ook kritisch zijn als de aard van de diensten reden geeft tot twijfel.
Hoofdregel
Voor B2B-situaties is de hoofdregel dat btw is verschuldigd in het land waar de afnemer is gevestigd. Onder de hoofdregel vallen diensten zoals managementvoering, verhuur van roerende zaken, goederentransport, telecommunicatie, detachering van personeel en intellectuele diensten door accountants, adviseurs, fiscalisten, juristen. In de praktijk kunnen de volgende situaties worden onderscheiden:
a) Binnenlandse situatie: dienstverlener is Nederlandse btw verschuldigd.
b) Afnemer is in een ander EU-land: btw wordt geheven van de afnemer.
c) Afnemer is buiten de EU: geen Europese btw.
d) Dienstverlener is in een ander EU-land: dienst is belast in Nederland en afnemer moet deze afdragen.
e) Dienstverlener is buiten de EU: dienst is belast bij de afnemer in Nederland.
Uitzonderingen
Voor bepaalde diensten wordt een uitzondering gemaakt op de hoofdregel. Voor deze diensten geldt in beginsel geen verplichte btw-heffing bij de afnemer als de dienstverlener in het buitenland is gevestigd. Het gaat om de volgende diensten:
1) Personenvervoer: belast waar het vervoer plaatsvindt;
2) Onroerende zaak: belast waar de onroerende zaak ligt;
3) Toegang tot evenementen: belast waar het evenement plaatsvindt;
4) Restaurant en catering: belast waar de activiteit plaatsvindt;
5) Catering aan boord: belast op de plaats van vertrek in de EU;
6) Kortdurende verhuur van vervoermiddelen: belast waar het vervoermiddel ter
beschikking wordt gesteld.
Maar let op, lidstaten hebben wel de mogelijkheid om in dergelijke uitzonderingsgevallen btw bij de afnemer te heffen. Onder meer Nederland, België en Duitsland doen dit. De Nederlandse afnemer moet de verlegde btw aangeven in zijn aangifte. Als hij aftrekrecht heeft, kan hij de btw tegelijkertijd claimen in diezelfde aangifte.
Geef een reactie