Bij de berekening van het landbouwforfait in de btw mogen slachthuizen het forfait niet berekenen over de heffing Productschap Vee en Vlees (PVV) en de premie aan het Centraal Bureau Slachtveeverzekeringen (CBS).
Landbouwregeling
De omzetbelasting kent een aparte regeling voor landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers. Voor het gemak zullen we het echter steeds hebben over landbouwers. De landbouwregeling houdt in dat landbouwers geen omzetbelasting verschuldigd zijn, voor zover hun prestaties bestaan uit:
- leveringen van goederen die onder het lage tarief van 6% vallen en die binnen de landbouwonderneming zijn voortgebracht of geteeld;
- diensten die vanwege hun aard bijdragen tot de agrarische productie. De landbouwers moeten deze diensten verrichten met behulp van hun normale uitrusting en personeel;
- leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere goederen die in het bedrijf zijn gebruikt.
Ondernemers die onder de landbouwregeling vallen, hebben niet te maken met de normale administratieverplichtingen en de factureringsverplichtingen. Zij hebben geen recht op de aftrek van de voorbelasting en mogen evenmin de kleine ondernemersregeling toepassen.
Optie normale regeling
Ondernemers die in beginsel onder de landbouwregeling vallen kunnen opteren om de normale regels te volgen. In dat geval berekenen zij gewoon btw over hun omzet en hebben zij recht op aftrek van de voorbelasting. Wie wil opteren voor de normale regels moet daartoe een verzoek indienen bij de Belastingdienst. De inspecteur reageert vervolgens met een beschikking, waartegen de landbouwer een bezwaar- of een beroepsprocedure kan starten. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, gelden de normale regels totdat de landbouwer zijn verzoek opzegt. De ondernemer moet in dat geval de normale regeling minstens vijf jaren hebben toegepast. Na de opzegging van het optieverzoek kan de ondernemer pas na vijf jaren opnieuw opteren voor de normale regeling.
Afnemer landbouwer
Als een ondernemer goederen of diensten afneemt van een landbouwer die de landbouwersregeling toepast, mag deze afnemer in beginsel een forfaitair bedrag aan btw aftrekken. Dit zogeheten landbouwforfait is gelijk aan 5,1% van het bedrag dat de landbouwer in rekening heeft gebracht aan zijn afnemer. Deze bepaling geldt niet bij leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en dergelijke.
Bijzondere premies
Bij het toepassen van het landbouwforfait is de vraag ontstaan of de afnemer het forfait ook mag berekenen over de PVV-heffing en de CBS-premies. Slachterijen zijn verplicht bij de inkoop van slachtvee deze premies te betalen. In sommige gevallen, zoals in een zaak voor de Hoge Raad, kan de afnemer deze premies afwentelen op zijn leverancier. In deze zaak stelde de slachterij dat zij het landbouwforfait mocht berekenen over het factuurbedrag vóór aftrek van de afgewentelde PVV-heffing en de CBS-premie. De Hoge Raad wees dit standpunt af. De premies zouden de vergoeding voor de levering van de slachtvarkens niet hebben verminderd als de afnemer op basis van een zelfstandige overeenkomst deze premies in rekening kon brengen aan zijn leverancier. Dit was hier niet het geval. De afwenteling was evenmin gebaseerd op een prestatie van het slachthuis aan de varkensleverancier. De afwenteling van de premies was ten slotte niet wettelijk geregeld. Al met al mocht de slachterij de premies niet optellen bij de grondslag van het landbouwforfait.
Wet: artikel 27 OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 4 mei 2012, LJN: BQ7341
Geef een reactie