In eerste instantie moet de ondernemer die een goed levert of een dienst verricht btw factureren, aangeven en betalen. Echter, in een aantal gevallen moet de afnemer de btw aangeven en betalen om zo de inning van de btw te waarborgen. De leverancier verlegt dan de btw naar de afnemer. Dit is de verleggingsregeling. Maar hoe en wanneer moet de leverancier de btw verleggen?
De verleggingsregeling houdt simpel gezegd in dat de ondernemer die een levering of dienst verricht geen btw in rekening brengt aan de andere ondernemer. Hij zet dan op de factuur ‘btw verlegd’. Daarnaast vermeldt hij op de factuur het btw-nummer van de ondernemer naar wie hij de btw verlegt.
Btw-aangifte doen
In de btw-aangifte vult de ondernemer die de leveringen en diensten verricht bij rubriek 1 ‘Prestaties binnenland’ of bij rubriek 3 ‘Prestaties naar of in het buitenland’ in voor welke omzet hij de btw heeft verlegd. De ondernemer naar wie de btw is verlegd vult dan de vergoeding die hij betaalt heeft en de naar hem verlegde btw in bij rubriek 2 ‘Verleggingsregelingen binnenland’ of bij rubriek 4 ‘Prestaties uit het buitenland aan u verricht’.
Btw aftrekken
De ondernemer die de btw verlegt, zal mogelijk ook uitgaven hebben gedaan voor de werkzaamheden. De btw die hij over die werkzaamheden heeft betaald, kan hij als voorbelasting aftrekken. Gebruikt de ondernemer naar wie de btw is verlegd de goederen voor belaste bedrijfsactiviteiten, dan mag hij de verlegde btw aftrekken. Hij kan de verlegde btw en de aftrekbare btw invullen in dezelfde btw-aangifte. Per saldo betaalt hij dan niets.
Wanneer btw verleggen?
De ondernemer die de btw verlegt, blijft verantwoordelijk voor de btw die hij verlegt. Hij doet er dus goed aan van tevoren uit te zoeken of de ondernemer naar wie hij de btw verlegt hiervoor wel in aanmerking komt.
De verleggingsregeling moet worden toegepast bij:
- onderaanneming en uitlening van personeel in de scheepsbouw, metaalconstructie, bouw, schoonmaakbranche en groenvoorziening (hoveniers). De btw-heffing wordt dan verlegd van de onderaannemer of uitlener naar de (hoofd)aannemer of inlener;
- de levering van mobiele telefoons, chips, spelcomputers, laptops en tablets. Het gaat hier om factuurbedragen van € 10.000 of meer (exclusief btw) per goederensoort en per levering;
- de levering van onroerende zaken waarbij de koper en de verkoper kiezen voor belaste verkoop. De btw wordt dan verlegd van de verkopende naar de kopende ondernemer. De levering van onroerende zaken is in beginsel vrijgesteld. Maar de levering van een onroerende zaak binnen twee jaar nadat het voor het eerst in gebruik is genomen, alsook de levering van een bouwterrein is verplicht belast met btw. In die gevallen geldt de verleggingsregeling niet;
- executieverkopen van de hypotheek- of pandhouder van een roerende of (het recht op) een onroerende zaak of de levering door de schuldenaar van een onroerende zaak, of een recht waaraan een onroerende zaak is onderworpen op grond van een executoriale titel;
- de levering van een dienst aan of het afnemen van een dienst of goed van ondernemers uit andere EU-landen of zelfs niet-EU-landen. De btw wordt dan onder bepaalde voorwaarden verlegd naar de andere ondernemer. Deze ondernemer betaalt de btw dan in eigen land;
- de verkoop van beleggingsgoud waarbij de kopende en de verkopende ondernemer kiezen voor belaste verkoop en bij verkoop van niet-beleggingsgoud of halffabricaat van goud dat een zuiverheid heeft van minstens 325/1.000.
- de overdracht van emissierechten op broeikasgassen. Een emissierecht op broeikasgassen is het recht om onder voorwaarden gedurende een bepaalde periode 1 ton kooldioxide-equivalent uit te stoten. Dit recht wordt verstrekt door de overheid en is overdraagbaar;
- de levering van resten, afval en halffabricaten van metalen en materialen voor hergebruik zoals glas en papier.
Verleggingsregeling ten onrechte niet toegepast
Het kan overigens ook gebeuren dat een onderaannemer de verleggingsregeling niet heeft toegepast, terwijl hij dat wel had moeten doen. Dat betekent dat hij ten onrechte een factuur met btw heeft verstuurd. De onderaannemer zal deze btw dan toch moeten aangeven en betalen. Voor de hoofdaannemer die de factuur met btw heeft ontvangen, geldt dat hij de btw niet mag aftrekken als voorbelasting.
Kleineondernemersregeling
Daarnaast kan de ondernemer die een belastingvermindering krijgt vanwege de kleineondernemersregeling ook geconfronteerd worden met de verleggingsregeling. In dat geval moet de ondernemer die de btw verlegt deze btw meetellen in de berekening van de belastingvermindering. Maar de ondernemer naar wie de btw is verlegd, mag de btw die naar hem is verlegd niet meetellen in zijn berekening. Op de website van de Belastingdienst staan twee rekenvoorbeelden.
Geef een reactie