Een ondernemer kan kosten voor zijn kleding alleen aftrekken voor zover het gaat om werkkleding. Zodra een kledingstuk niet (nagenoeg) uitsluitend tijdens de ondernemersactiviteiten kan worden gedragen, is geen sprake van werkkleding.
De Belastingdienst merkt kleding aan als werkkleding als zij:
- (nagenoeg) uitsluitend is geschikt is om in het kader van de onderneming te worden gedragen; of
- is voorzien van zodanige uiterlijke kenmerken dat daaruit blijkt dat deze kleding uitsluitend is bestemd om te worden gedragen bij het behalen van de winst.
In een zaak voor Rechtbank Gelderland had een predikant een jacquet gekocht voor ruim € 350. Hij wilde dit bedrag aftrekken als kosten voor werkkleding. De predikant gebruikte het jacquet namelijk uitsluitend tijdens zijn predikantswerkzaamheden. Maar dat was volgens de rechtbank niet van belang. Het ging om de vraag of het jacquet ook buiten de onderneming was te gebruiken. Hoewel men tegenwoordig niet vaak meer een jacquet draagt, is deze kleding nog altijd te dragen tijdens huwelijksfeesten, begrafenissen en andere formele gebeurtenissen. Bovendien miste het jacquet uiterlijke kenmerken waardoor het uitsluitend geschikt zou zijn voor predikantswerkzaamheden. De rechter oordeelde dat het jacquet geen werkkleding was en de predikant geen fiscale aftrekpost bezorgde.
Wet: artikel 3.16, tweede lid, onderdeel b en vijfde lid Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 22 november 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:6029
Geef een reactie