Minister Bussemaker (OCW) ziet geen heil in een tax shelter voor de Nederlandse filmindustrie, zo blijkt uit beantwoording van Kamervragen. Eerder had staatssecretaris Weekers van Financiën ook al aangegeven dat het creëren van nieuwe fiscale instrumenten voor een specifieke industrie niet past binnen het beleid om het fiscale systeem eenvoudiger, robuuster en fraudebestendiger te maken.
De Kamerleden Koolmees en Bergkamp (beiden D66) haalden in hun Kamervragen het onderzoek Tax Shelter: een zeer rendabele belegging voor de Staat van het Belgissche uMedia-Deloitte aan. Uit de synopsis hiervan blijkt dat elke euro aan fiscale stimulans via de tax shelter de Belgische staat uiteindelijk € 1,21 oplevert. Bussemaker wijst er echter op dat het volledige rapport nog niet gepubliceerd is en dat fiscale bevoordeling van in lokale filmproductie gedane investeringen vaak leidt tot het opzetten van ingewikkelde rendementsconstructies waarbij relatief veel kosten gemaakt worden ten behoeve van tussenpersonen. Het fiscaal gefaciliteerde kapitaal zou zo in te geringe mate ten goede komen aan de lokale filmproductie.
Geen draagvlak
Toch is het aantal economische stimuleringsmaatregelen in andere Europese landen de afgelopen tien jaar toegenomen. In België (2004), Frankrijk (drie regelingen 2004, 2005, 2009), Verenigd Koninkrijk (2007), Malta, Italië (2008), en Hongarije (2011) zijn in deze periode stimuleringsmaatregelen ontworpen en aangenomen, waarbij Ierland (1987) en Luxemburg (1989) voorbeelden zijn van landen waarbij de stimuleringsmaatregelen langer dan 10 jaar bestaan. In Nederland is er voorlopig geen draagvlak voor een tax shelter. Al tijdens de behandeling van het Belastingplan 2013 werd een motie met het verzoek om een tax shelter voor de Nederlandse filmindustrie te onderzoeken met ruime meerderheid van stemmen verworpen door de Kamer.
Meer informatie: Antwoorden Kamervragen tax shelter voor filmindustrie
Geef een reactie