Een bv die een octrooi verleende aan een gelieerde vennootschap, die op haar beurt een exclusieve licentie aan de eerstgenoemde bv verleende om het desbetreffende octrooi te kunnen exploiteren, voldeed niet aan de voorwaarden voor toepassing van de innovatiebox.
Een bv of nv kan alleen een activum in de innovatiebox ‘onderbrengen’ als zij een immaterieel activum zelf heeft ontwikkeld en daarvoor een octrooi of een S&O-verklaring heeft gekregen. Zie ook het bericht ‘Weekers evalueert innovatiebox’. In een zaak voor Rechtbank Gelderland was het de vraag of een bv die licenties en/of sublicenties van octrooien uitgaf in aanmerking kwam voor toepassing van de innovatiebox. De rechtbank oordeelde dat deze bv niet aan de voorwaarden voldeed, want zij had niet zelf een immaterieel activum ontwikkeld en daarvoor een octrooi gekregen. De bv had namelijk een octrooi verleend aan een gelieerde vennootschap. Dat octrooi was bovendien op naam gesteld van die vennootschap. De gelieerde vennootschap verleende op haar beurt een exclusieve licentie aan belanghebbende om het desbetreffende octrooi te kunnen exploiteren. Het was dus de gelieerde vennootschap die het immaterieel activum had ontwikkeld en daarvoor een octrooi kreeg. Die vennootschap had mogelijk wel recht op toepassing van de innovatiebox. De rechtbank kwam echter niet toe aan deze stelling van de bv, aangezien alleen de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in deze procedure aan de orde waren.
Wet: artikel 12b Wet vennootschapsbelasting 1969
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 12 november 2013 (gepubliceerd op 20 januari 2014), ECLI:NL:RBGEL:2013:4534, AWB13235
Geef een reactie