Als het een ondernemer niet uitmaakt wie de diensten overneemt als zijn eigen mensen niet kunnen, is geen sprake van een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid. Daarmee wordt dan niet voldaan aan een van de drie vereisten voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking.
Een transportondernemer met één grote opdrachtgever had reguliere chauffeurs, maar maakte voor ook veel gebruik van uitzendbureaus. Daarnaast deed hij regelmatig een beroep op een stichting. Als de eigen nachtchauffeurs van het transportbedrijf verhinderd waren, vielen de bestuurder van de stichting of een van zijn familieleden in. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat er geen sprake was van een dienstbetrekking tussen het transportbedrijf en de leden van de familie. Bij de rechter werd namelijk duidelijk dat het de transportondernemer vanwege de commerciële druk die hij voelde niet uitmaakte of zijn reguliere chauffeurs werden vervangen door andere personen (al dan niet van de familie). Belangrijkste zorg was dat de vervanger beschikte over een geldig rijbewijs en de vracht op tijd werd bezorgd. Er was geen sprake van een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid en dus niet van een dienstbetrekking. De naheffingsaanslagen loonheffingen werden vernietigd.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20 mei 2014 (gepubliceerd op 30 mei 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:4215
Geef een reactie