Een vastgestelde WOZ-waarde kan per 1 oktober 2015 niet alleen worden verlaagd, maar ook verhoogd. Volgens A-G IJzerman geldt deze mogelijkheid ook voor lopende zaken over waardevaststellingen en jaren gelegen vóór 1 oktober 2015.
Tot deze conclusie kwam A-G IJzerman in een zaak waarin de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een kantoorpand volgens de gebruiker en genothebbende te laag had vastgesteld voor het jaar 2013 (op € 45.000). De man pleitte voor een waardering op € 394.000, vanwege buiten de fiscaliteit gelegen redenen zoals zijn nalatenschap en zakelijke financiële situatie. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, aangezien het instellen van het beroep ertoe leidde dat de man in een slechtere financiële positie zou komen. Volgens A-G IJzerman is het (hoger) beroep wel ontvankelijk te achten, omdat het verdere procesverloop zal moeten leren of aanpassingen van de stellingen van de man en/of de heffingsambtenaar er alsnog toe kan leiden dat de man in een betere financiële positie komt. Daarbij is per 1 oktober 2015 artikel 29 van de Wet WOZ gewijzigd en kan een vastgestelde WOZ-waarde niet alleen worden verlaagd, maar ook verhoogd. Bij de inwerkingtreding van de wijziging is echter geen overgangsrecht geformuleerd. Het lijkt de A-G dan juist om uit te gaan van onmiddellijke werking, ook voor lopende procedures die betrekking hebben op waardevaststellingen en jaren van vóór 1 oktober 2015. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen, zodat het verwijzingshof de stellingen van de man alsnog inhoudelijk kan beoordelen.
Wet: artikel 29 Wet WOZ (tekst vóór 1 oktober 2015), artikel 29 Wet WOZ (tekst na 1 oktober 2015), artikel 8:69 AWB
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 15 juni 2017 (gepubliceerd 30 juni 2017), ECLI:NL:PHR:2017:559
Geef een reactie