Er zijn grote verschillen in CO2-belasting tussen gebruikers van fossiele brandstoffen. In 2023 betalen huishoudens een 2,5 keer hogere belasting per uitgestoten ton CO2 dan bedrijven. Een aantal energie-intensieve bedrijven wordt nauwelijks belast voor hun CO2-uitstoot. Dit meldt het CBS in het onderzoek ‘Effective Carbon Rates by Manufacturing Industries and Household Consumers in the Netherlands’.
De overheid kan de uitstoot van CO2 op verschillende manieren bij gebruikers van fossiele brandstoffen in rekening brengen. In Nederland worden CO2-emissies belast via accijns op motorbrandstoffen, de energiebelasting op aardgas en de kosten van emissierechten. Deze laatste worden via het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) bij bedrijven in rekening gebracht. Bij huishoudens is ook de niet-aftrekbare btw op accijns en de energiebelasting meegeteld. Er zijn ook instrumenten die de CO2-belastingvoet verlagen. Gratis toegewezen ETS-emissierechten zijn als subsidies verrekend met de ETS-belasting. Het (tijdelijke) prijsplafond op aardgas in 2023 is als subsidie verrekend met de energiebelasting.
In de periode 2015-2021 steeg de belasting op de uitstoot van een kiloton CO2 (de ECR) voor Nederland van € 84 naar € 123 (omgerekend in prijzen van 2023). Belangrijkste oorzaak van de stijging is de hogere energiebelasting op aardgas. Tussen 2021 en 2023 nam de ECR weer af tot € 88 per ton CO2. Een verlaging van de accijns op brandstof in 2022 droeg bij aan een lagere ECR in 2022. In 2023 heeft het energieprijsplafond per saldo geleid tot een lagere belasting op het gebruik van aardgas.
Onder de groepen van grootste uitstoters hebben huishoudens de hoogste ECR met € 219 per ton CO2-uitstoot in 2023. Dit is inclusief de tijdelijke subsidie op de gasprijzen in 2023 door de invoering van het energieprijsplafond.
Bron: CBS, 10 oktober 2024
Geef een reactie