Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op vragen over het toekomstige box 3-stelsel. Daarnaast gaat de staatssecretaris in op een aantal toezeggingen die hij bij de behandeling van het Belastingplan 2023 deed.
Het ministerie werkt toe naar een stelsel op basis van werkelijk rendement. In de Kamerbrief geeft de staatssecretaris een planning. De gewenste inwerkingtreding is 1 januari 2026. Vervolgens beschrijft Van Rij uitgebreid in hoeverre men in het kader van het toekomstige stelsel (vanaf 2026) tot een verfijning van het forfaitaire stelsel zouden kunnen komen, als een eventueel alternatief voor een stelsel op basis van werkelijk rendement. De staatssecretaris behandelt verder de uitvoeringsaspecten van een stelsel op basis van werkelijk rendement, met de kanttekening dat een uitvoeringstoets gedaan moet worden om een volledig inzicht te geven. Deze staat gepland in het tweede kwartaal van 2023.
Overige punten met betrekking tot box 3
Onderzoek massaalbezwaarprocedure
Met de aangenomen motie Grinwis is het kabinet verzocht om de gevolgen van de in 2016 doorgevoerde wetswijziging van de massaalbezwaarprocedure en het functioneren van die procedure te onderzoeken en mogelijkheden tot verbetering daarvan te bezien. Op dit moment loopt een onderzoek naar twee denkrichtingen waarmee het eenvoudiger wordt voor belastingplichtigen om aanpassingen door te geven in hun belastingheffing, bijvoorbeeld in de aanslag inkomstenbelasting. Het betreft een denkrichting op de korte termijn om de huidige uitvoeringspraktijk te verstevigen en een denkrichting op de lange termijn om te komen tot een meer eenvoudig en evenwichtig systeem. Het onderzoek is een opvolging van de aanbeveling om te ‘deformaliseren’ uit het in 2021 verschenen rapport ‘Burgers beter beschermd’. De staatssecretaris schat in dat met de denkrichting op de lange termijn ook wordt voldaan aan de motie Grinwis. De huidige planning is dat eind februari 2023 de eerste resultaten worden opgeleverd van de quick scan die de Belastingdienst op beide denkrichtingen zal uitvoeren.
Reactie motie De Jong/Van Weyenberg /Invoeren brede vermogensbelasting
Voor de beantwoording van de motie over een onderzoek naar een miljonairsbelasting verwijst de staatssecretaris naar fiche 44 uit het IBO Vermogensverdeling. Dit fiche behandelt een brede vermogensbelasting met een vrije voet per persoon van € 1 miljoen: een miljonairsbelasting. De grondslag bestaat in beginsel uit het vermogen in box 1, box 2 en box 3. Aandachtspunten die in het fiche aan bod komen zijn de uitvoerbaarheid en de juridische houdbaarheid. Voor de uitvoerbaarheid is de waardering van vermogensbestanddelen naar verwachting de grootste uitdaging. Voor de juridische houdbaarheid is van belang dat belastingplichtigen de belasting kunnen betalen uit hun inkomen. Het fiche is bij deze brief gevoegd.
De staatssecretaris stuurt dit voorjaar een aparte brief over mogelijke verfijningen van het forfaitaire stelsel tijdens de overbruggingsperiode, dus voor de belastingjaren 2024 en 2025. Hij zal in die
brief ook ingaan op de behandeling van spaargeld bij een vereniging van eigenaars.
Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2023
De ontwikkelingen op het gebied van vermogensstructurering staan niet stil. In één dag praat ervaren docent en partner family office drs. Jeroen Knol u bij in wat er speelt op het snijvlak van fiscaliteit en vermogen.
Geef een reactie