Een controlerapport waarop de inspecteur zijn beslissing heeft gebaseerd, behoort tot de stukken die hij in het geding moet brengen. Dit is ook het geval als het rapport is opgesteld door een andere ambtenaar van de Belastingdienst.
In deze zaak had een man een jacht in Italië gekocht waarover hij geen btw had betaald. Er ontstond een discussie naar aanleiding van de naheffingsaanslag die aan hem werd opgelegd in 2007. De inspecteur beschikte niet over het controlerapport van een boekenonderzoek dat was verricht door zijn collega van een ander belastingkantoor, en overlegde deze niet aan de rechter. Ook het in zijn bezit zijnde strafdossier en cd-rom met informatie van de Italiaanse Belastingdienst overhandigde hij niet. Volgens Hof Amsterdam was de inspecteur niet tekort geschoten in zijn verplichting om de stukken te overleggen die op de zaak betrekking hadden. De Hoge Raad was het daar niet mee eens en vond dat het controlerapport wel ingebracht moest worden. Het hof had niet mogen volstaan met de vaststelling dat de inspecteur het betreffende controlerapport niet in bezit had.
Ook voor wat betreft het niet overhandigde strafdossier en de cd-rom was de Hoge Raad het niet eens met het hof. De verplichting om op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen gold ongeacht of de belanghebbende hierbij gebaat was of dat hij zou worden geschaad als de stukken niet werden overlegd. Evenmin was van belang of de rechtbank had verzocht om overlegging van die stukken. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verwees het geding naar Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
Meer informatie: Hoge Raad, 23 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1182
Geef een reactie