Dankzij het steunpakket hebben tussen de 65.000 en 180.000 mensen hun baan behouden. Het steunpakket verstoorde wel de bedrijvendynamiek. Dit blijkt uit het CPB-onderzoek ‘Economische analyse steunpakket 2020’ dat op 28 september is gepubliceerd.
In Nederland daalde het bbp in 2020 met 3,8% en nam de werkloosheid toe met 0,4 procentpunt. Het CPB heeft berekend wat er zou zijn gebeurd zonder de steunmaatregelen. Volgens modelsimulaties was de bbp-daling in 2020 dan circa 0,6 procentpunt groter geweest en de werkloosheid was in 2020 tussen de 0,7- en 2 procentpunt (65-180 duizend werklozen) hoger uitgekomen zonder de drie grootste steunmaatregelen (NOW, TVL en Tozo). Het steunbeleid heeft echter niet voorkomen dat de klap op de arbeidsmarkt ongelijk terecht is gekomen. Vooral jongeren en flexwerkers verloren hun baan.
Steun in Nederland groot vergeleken met andere landen
De omvang van het steunbeleid in Nederland was in 2020 groot in vergelijking met andere landen. Uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) was de omvang van de steun in Nederland 3,6% van het bbp. Dit is net boven het Europese gemiddelde van 3,3% bbp. Vooral de loondoorbetaling voor werknemers in de NOW en de subsidie die werkgevers daarvoor ontvingen was hoog in vergelijking met andere Europese landen.
De daling van het bbp en de stijging van de werkloosheid was minder groot in ons land dan in de rest van Europa. Nederland heeft geprofiteerd van economische steunmaatregelen in andere landen. Die hebben zowel de uitval van de exportvraag als de kans op een Europese crisis beperkt.
Aantal faillissementen historisch laag
Het steunbeleid heeft bedrijven overeind gehouden, maar dat ging wel ten koste van de economische dynamiek. Het aantal faillissementen was historisch laag in 2020. Een groot deel van de steun is gegaan naar relatief laagproductieve bedrijven en naar bedrijven met een lage solvabiliteit (weinig eigen vermogen). Dit zijn bedrijven die voor de coronacrisis mogelijk al minder levensvatbaar waren. Daarmee zijn waarschijnlijk ook niet-levensvatbare bedrijven door steun overeind gehouden. Dit houdt werknemers langer in minder productieve banen en kan toekomstige productiviteitsgroei en werkgelegenheidsgroei verhinderen. Naarmate de crisis langer duurde, namen deze (verborgen) kosten van het steunbeleid toe en de baten van baanbehoud af.
Bron: CPB, 28 september 2021
Geef een reactie