De verhoging van het verlaagde btw-tarief heeft gevolgen voor ondernemers die aan hun werknemers eten en drinken verkopen tegen een gereduceerde prijs. Per vergissing is het percentage van 6 procent niet aangepast. Het Ministerie van Financiën zal dit percentage met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 aanpassen naar 9 procent.
Wettelijk is bepaald dat dit kostenvoordeel niet meer mag zijn dan € 227 per werknemer per jaar. De ondernemer berekent een keer per jaar of hij hieraan voldoet. Wanneer dit niet het geval is, corrigeert de ondernemer dit in zijn aangifte. Ook hierbij geldt dat er gerekend moet worden met 9 in plaats van 6 procent. Per vergissing is het percentage van 6 procent niet aangepast. Het ministerie van Financiën zal dit percentage dan ook met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 aanpassen naar 9 procent.
Ondanks bovenstaande correctie gaan ondernemers er per saldo juist op vooruit doordat zij nu 9 procent in plaats van 6 procent mogen aftrekken. Stel, een ondernemer heeft voor € 25.000 aan eten en drinken aangeschaft (excl. btw) om dit tegen een gereduceerd tarief voor de lunch aan te bieden aan zijn of haar werknemers voor € 18.000 (incl. btw). Deze ondernemer (afhankelijk van de aanschafkosten en omzet) mocht voor 1 januari 2019 per saldo € 705 in aftrek brengen, dit wordt per 1 januari 2019 ruim € 1100.
De Belastingdienst zal ondernemers hierover ook nog informeren via hun website.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 28 januari 2019
Geef een reactie