De Belastingdienst volgt de aanbeveling van de Nationale Ombudsman op om coulancerente te vergoeden wanneer door toedoen van de Belastingdienst vertraging is ontstaan in de achterwaartse verliesverrekening met renteschade als gevolg.
De Nationale Ombudsman bracht op 18 december 2017 drie rapporten uit over de afwijzing van het verzoek om coulancerentevergoeding ter compensatie van rentenadeel dat was geleden door te late achterwaartse verliesverrekening door inactiviteit aan de kant van de Belastingdienst gedurende een meer dan geringe periode. Het ging om de volgende situaties:
-
Vertraging behandeling aangifte Vpb van 24 maanden (15 maanden na indiening aangifte voor eerste keer vragen gesteld en aankondiging boekenonderzoek 9 maanden na besluit daartoe);
-
behandeltermijn van een aangifte Vpb van ruim 25 maanden. Pas na een periode van bijna 1 jaar werd de aangifte in behandeling genomen;
-
Behandelingsduur van aangifte IB van bijna twee jaar waarbij de complexiteit van de aangifte niet concreet werd gemaakt noch in hoeverre dat de langere tijdsduur verklaarde.
De Ombudsman oordeelde dat voor de afdoening van een aangifte in beginsel de termijn van een jaar moet worden aangehouden. Vertraging in de afhandeling mag niet worden veroorzaakt door inactiviteit van de Belastingdienst gedurende een meer dan geringe periode. Echter ook de belastingplichtige moet actie (blijven) ondernemen om zo in redelijkheid, en binnen de mogelijkheden die bestaan, renteschade te helpen voorkomen. In de drie gevallen die de Nationale Ombudsman onderzocht, was sprake van inactiviteit aan de zijde van de Belastingdienst gedurende een meer dan geringe periode die een coulancerentevergoeding rechtvaardigde.
Aanbeveling
De Ombudsman gaf in overweging een coulancerentevergoeding te verstrekken (over de periode na streeftermijn tot het opleggen van de definitieve aanslag) over 20 procent van de definitieve verliesverrekening. De Ombudsman heeft nu laten weten dat de Belastingdienst het standpunt onderschrijft dat bij inactiviteit aan de zijde van de Belastingdienst gedurende een meer dan geringe periode er aanleiding kan zijn om voor maximaal die periode coulancerente te vergoeden.
Wet: art. 11 AWR; art. 4.51 Wet IB; art. 21 Wet Vpb
Meer informatie: Nationale Ombudsman, 19 juli 2018, MvF volgt aanbeveling vergoeden rente
Geef een reactie