Wijzigingen in belastingen gericht op vereenvoudiging en doelmatigheid van het stelsel pakken heel verschillend uit voor verschillende inkomensgroepen. Dat blijkt uit het CPB-onderzoek ‘Effecten van belastinghervormingen op de belastingdruk van verschillende inkomensgroepen’ dat op 18 december is gepubliceerd.
De onderzochte maatregelen zijn een uniform btw-tarief, het afschaffen van aftrekposten voor het eigen huis en zelfstandig ondernemers, een uniform tarief voor de vennootschapsbelasting en een verhoging van het box 2-tarief van de inkomstenbelasting.
Effecten per maatregel
De maatregelen zorgen voor grote spreiding in belastingdruk bij de laagste inkomensgroepen. Het afschaffen van belastingaftrekken voor eigenwoningbezit of ondernemers zorgt voornamelijk voor een grotere belastingdruk bij midden- en hogere inkomens. Een wijziging naar één btw-tarief van 17% heeft nauwelijks effect op de gemiddelde belastingdruk bij de verschillende inkomensgroepen, maar er is onderliggend wel spreiding. De belastingdruk van topinkomens wordt amper beïnvloed door wijzigingen in box 1 van de inkomstenbelasting en indirecte belastingen. Vooral wijzigingen in box 2 van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting hebben effect op de gemiddelde belastingvoet aan de top van de inkomensverdeling. Doordat het box-2-dividend veelal onregelmatig wordt uitgekeerd, kan de belastingdruk voor aanmerkelijk belanghouders (meer dan 5% van de aandelen) over de tijd fors variëren.
De onderzoekers keken ook naar de effecten op de belastingdruk als alle onderzochte wijzigingen tegelijkertijd worden ingevoerd. In dat geval neemt voor de onderste helft van de inkomens de belastingdruk af. De belastingdruk van de topinkomens wordt het minst beïnvloed. De veranderingen in de belastingdruk en de spreiding van de effecten wordt mede bepaald door de manier waarop de overheid de hogere belastinginkomsten in de vorm van belastingenverlagingen elders weer teruggeeft aan de burger (‘terugsluizen’).
Bron: CPB, 18 december 2023
Geef een reactie