Inbreng van een eenmanszaak in een B.V. leidt mogelijk tot een onderbreking van de bezitsperiode voor de BOR. Ook een gedeeltelijke vervreemding van een aandelenpakket kan leiden tot het niet langer van toepassing zijn van de BOR. Met een paar eenvoudige maatregelen zorgt u er voor dat de BOR toch binnen handbereik komt.
Om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de successiewet te kunnen toepassen, moet sprake zijn van kwalificerend ondernemingsvermogen. Daartoe behoren onder meer vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang (ab). Een ab op grond van de meetrekregeling leidt echter niet tot een kwalificerend ab, een ab op grond van de meesleepregeling wel.
Bezitsperiode aanmerkelijk belang
Naast een kwalificerend ab moet ook de vennootschap waarin de erflater of schenker het ab hield ondernemingsactiviteiten verrichten die als materiële ondernemingsactiviteiten worden beschouwd. Pas na een bezitsperiode van vijf jaar kan een schenker de aandelen in een vennootschap met een materiële onderneming onder toepassing van de BOR schenken. Daarbij dient ook de vennootschap gedurende die periode van vijf jaar de onderneming uit te oefenen. Bij overlijden wordt de bezitsperiode van vijf jaar ingekort naar een jaar.
Herstructurering en bezitsperiode
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting kan vroeg of laat tot de ontdekking komen dat de rechtsvorm waarin hij zijn onderneming uitoefent niet meer geschikt is. Ruisende inbreng van de onderneming in een B.V. is dan een van de mogelijkheden. Daarbij geldt dat een nieuwe bezitsperiode gaat lopen voor de BOR. De tijd als ondernemer voor de inkomstenbelasting telt niet mee voor de bezitsperiode.
Geruisloze inbreng en de bezitsperiode
Een belangrijke uitzondering op de hiervoor genoemde regel geldt ingeval de ondernemer zijn onderneming geruisloos inbrengt in een B.V. In dat geval mag de periode van ondernemerschap en de periode van het ab bij elkaar worden opgeteld.
Overige geruisloze doorschuivingen
Behalve bij de toepassing van geruisloze inbreng van een eenmanszaak, geldt ook in andere situaties dat periodes van verschillend bezit bij elkaar geteld kunnen worden. Daarbij kunt u denken aan een geruisloze terugkeer uit de B.V. Hierbij kunt u voor de bezitsperiode de periode waarin het ab werd gehouden en de periode waarin de onderneming wordt gedreven bij elkaar optellen voor de bezitsperiode. Ook voor medegerechtigdheid geldt de faciliteit indien deze medegerechtigdheid is ontstaan nadat de schenker of erflater een materiële onderneming dreef. De ondernemer moet dan de materiële onderneming ten minste één jaar (bij overlijden) of vijf jaar (bij schenking) hebben gedreven. Ook bij een fiscaal gefaciliteerde aandelenruil of juridische splitsing of fusie kunnen bezitsperiodes bij elkaar worden opgeteld.
Conclusie herstructureringen en bezitsperiode
Met het oog op een mogelijke toepassing van de BOR is het bij herstructureringen wenselijk zoveel mogelijk gebruik te maken van fiscaal gefaciliteerde doorschuivingen, zoals de geruisloze inbreng en geruisloze terugkeer, alsmede de aandelenfusie, juridische afsplitsing of fusie.
Kwalificerend aanmerkelijk belang
Naast een echt ab, waarbij men ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is in een vennootschap, kent de fiscale wetgeving ook een aflopend ab alsmede een ab op grond van de meesleepregeling.
Aflopend ab
Van een aflopend ab is sprake als een ab-houder na verkoop van aandelen, minder dan 5% van het geplaatste aandelenkapitaal in een vennootschap houdt. Voor de resterende aandelen heeft de ab-houder de mogelijkheid gebruik te maken van een doorschuifregeling. Dit betekent dat voor de resterende aandelen het ab-regime van toepassing blijft. Hiervoor moet de ab-houder een keuze uitbrengen. Kiest hij niet voor doorschuiven, dan moet hij ook over de niet verkochte aandelen afrekenen in box 2. Het aandelenbezit gaat daarna over naar box 3.
Aflopend ab en de BOR
Een aflopend ab is ook een kwalificerend aandelenbezit voor toepassing van de BOR. Mits aan alle overige voorwaarden is voldaan, kan op schenking van een pakket aandelen dat een aflopend ab vormt, de BOR worden toegepast, mits het ab en aflopend ab maar ten minste vijf jaar hebben geduurd of bij overlijden de erflater ten minste een jaar een (aflopend) ab heeft gehad.
Verwatering van ab en toepassing van de BOR
Indien een ab-houder overlijdt, kunnen de vererfde aandelen bij de erfgenamen minder dan 5% zijn. Zij hebben dan geen ab meer. De erfgenamen kunnen ieder voor zich kiezen om met de fiscus af te rekenen over het inkomen uit ab over de vererfde aandelen. Zij kunnen er ook, ieder voor zich, ervoor kiezen om door te schuiven. Het (verwaterd) ab bij de erfgenamen wordt dan behandeld als een echt ab. Hierdoor kunnen de erfgenamen de door hen verkregen aandelen ook weer schenken of laten vererven onder toepassing van de BOR. Uiteraard moet de schenker of erflater wel aan de hiervoor genoemde bezitseis voldoen. Kiezen de erfgenamen niet voor doorschuiving, dan gaan de aandelen tot box 3 behoren en kunnen de erfgenamen de BOR niet toepassen.
Gebruik de meesleepregeling om de BOR toe te passen
Een ab is er al als alle aandelen van een soort in bezit zijn, ook als een soort maar bestaat uit een aandeel. Een B.V. kan op grond van haar statuten soortaandelen uitgeven. Heeft iemand gewone aandelen in een B.V. die geen ab vormen? Geef dan een soortaandeel uit. Door de meetrekregeling vormen de gewone aandelen en het soortaandeel een ab waarop de BOR kan worden toegepast.
Verhuurd bedrijfspand en de BOR
Voor een verhuurd bedrijfspand is onder voorwaarden de BOR ook van toepassing. Een van de voorwaarden is het hebben van een ab. Heeft de verhuurder geen ab? Dan is het toch relatief eenvoudig het bedrijfspand onder de BOR te laten vallen. Dit en meer leert u tijdens de Masterclass Bedrijfsopvolging op donderdag 20 december 2018.
> Meer informatie en aanmelden
Wet: hoofdstuk 4 Wet IB 2001, hoofdstuk IIIa SW 1956 en art. 7 en 9 UR S&E
Geef een reactie