Staatssecretaris Van Rij is van plan om in internationaal en Europees verband te verkennen of er afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Dit schrijft de staatssecretaris in antwoord op vragen over het bericht ‘Monaco: belastingparadijs voor topsporters’.
Het antwoord op de vraag waar fiscaal gezien iemand woont, is doorslaggevend voor de manier waarop diegene in de Nederlandse belastingheffing wordt betrokken. Iemand die fiscaal inwoner is van Nederland, is binnenlands belastingplichtig voor het wereldinkomen. Iemand die niet in Nederland woont is slechts belastingplichtig voor het inkomen uit Nederlandse bronnen.
Fiscaal inwoner van Nederland
Of iemand als fiscaal inwoner van Nederland wordt beschouwd, wordt op basis van het eerste lid van artikel 4 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) ‘naar omstandigheden’ beoordeeld. Hoe deze open norm moet worden ingevuld, is in de jurisprudentie bepaald. Het gaat om het vaststellen van een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.
Feitelijk omstandigheden die hierbij van belang kunnen zijn, zijn onder andere:
- duurzame woongelegenheid in Nederland
- sociale bindingen met Nederland
- economische bindingen met Nederland
- gewoonlijk verblijf in Nederland
- Nederlandse nationaliteit
Bovenstaande opsomming is niet limitatief en er is geen sprake van een rangorde. De Hoge Raad heeft bepaald dat de duurzame band van persoonlijke aard met Nederland niet sterker hoeft te zijn dan de band met een ander land. De omstandigheden in het andere land zijn dus niet relevant voor de toepassing van artikel 4 AWR. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat iemand fiscaal gezien zowel in Nederland als in een ander land woont en het andere land ook heft over diens wereldinkomen. In belastingverdragen ter voorkoming van dubbele belasting kan dan afgesproken worden van welk land de persoon voor het verdrag inwoner is en welk land over welke inkomsten mag heffen. Nederland heeft geen belastingverdrag met Monaco. In zo’n geval is het hebben van een duurzame, persoonlijke band met Nederland voldoende om tot heffing over het wereldinkomen over te gaan.
Duurzame persoonlijke band
Nederland hanteert om te bepalen waar iemand woont het criterium ‘inwonerschap’. Als een Nederlander nog een duurzame, persoonlijke band met Nederland heeft (en er geen verdrag is dat de belastingheffing aan het andere land toewijst), dan is deze Nederlander in Nederland voor diens wereldinkomen belastingplichtig. Als een Nederlander geen duurzame, persoonlijke band met Nederland meer heeft, heeft Nederland op basis van dit systeem geen heffingsrechten over diens wereldinkomen. Het woonland van de Nederlander kan het wereldinkomen van deze Nederlander in de heffing betrekken. Nederland mag echter wel heffen over inkomsten die hier ontstaan, zoals bijvoorbeeld vastgoed dat hier gelegen is
Andere landen kunnen een in verhouding lage belastingdruk kennen op inkomen of vermogen. Als een Nederlander in een dergelijk land woont, geldt het belastingsysteem van dat land ook voor deze persoon. Tegelijk is Van Rij van mening dat het belangrijk is dat er net als voor bedrijven geen fiscale concurrentie tussen landen bestaat die resulteert in een race to the bottom.
High net worth individuals
Binnen de OESO en de Europese Unie zijn op dit moment geen initiatieven om een wereldwijde minimum inkomstenbelasting te ontwikkelen waarbij Nederland kan bijheffen als een ander land dat onvoldoende doet. Van Rij is van plan om in internationaal en Europees verband te verkennen of er afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Daarbij wil de staatssecretaris wel graag de verwachtingen temperen. De inkomstenbelasting is een belangrijk herverdelingsinstrument voor landen, waardoor er terughoudendheid is om afspraken te maken over deze soort belasting.
Geef een reactie