Minister De Jager heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij een Europese financiële transactiebelasting niet ziet zitten. Hij geeft aan dat hiermee de financiële markten te zeer verstoord zouden worden.
Dit wordt ondersteund door een onderzoek van het Centraal Planbureau, de Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten, waaruit blijkt dat de door de Europese Commissie voorgestelde belasting een negatieve invloed zou hebben op de economische groei en weinig bijdraagt aan economische stabiliteit.
In het voorstel van de Commissie dat geïnitieerd werd door Duitsland en Frankrijk, mogen lidstaten zelf de tarieven van de transactietaks bepalen. Hiervoor geldt een ondergrens voor derivaten van 0,01% en voor andere financiële diensten van 0,1% per transactie. Uitgezonderd zijn transacties met betrekking tot uitgifte van aandelen en obligaties, de valutamarkt en de centrale banken.
De Jager geeft aan dat hij een bijdrage van de financiële sector aan de publieke middelen en het verbeteren van de financiële stabiliteit toejuicht, maar dat er naar alternatieven moet worden gezocht. Volgens het CPB zouden deze gevonden kunnen worden in een btw op financiële diensten of een bankenbelasting.
Meer informatie: Kabinetsreactie op CPB-evaluatie Financiële Transactiebelasting
Geef een reactie