Het niet-verlengen van de verlaging van de belastingrente en wél verlengen van de verlaging van de invorderingsrente heeft te maken met het feit dat de renten verschillende doelen dienen. Dit antwoordde minister Hoekstra op Kamervragen.
Belastingrente wordt in rekening gebracht of vergoed bij verschillende belastingmiddelen. Vanaf 1 oktober komt voor alle belastingmiddelen waarvoor belastingrente verschuldigd kan zijn, een percentage van 4 te gelden. Vanaf 1 januari 2021 kan tevens belastingrente verschuldigd zijn ten aanzien van bronbelasting. Aangezien de tijdelijke verlaging vooral dient voor het ontlasten van ondernemers, wordt in de memorie van toelichting kortheidshalve vooral aan hen gerefereerd. De tijdelijke verlaging van de belastingrente geldt echter voor iedere belastingplichtige.
Voorzienbaar
Dat óók indien gebruik wordt gemaakt van uitstel van aangifte vanaf 1 oktober 2020 weer belastingrente is verschuldigd, is voorzienbaar geweest vanaf het moment dat is aangekondigd dat het percentage van de belastingrente tijdelijk zou worden verlaagd. In eerste instantie zou de verlaging van de belastingrente gedurende drie maanden van kracht zijn. Bij de brief van 20 mei 2020 heeft het kabinet aangekondigd dat de verlaging van de belastingrente en de in rekening te brengen invorderingsrente werd verlengd tot 1 oktober 2020. De datum van 1 oktober 2020 is tevens opgenomen in het besluit waarin de verlaging van de percentages in de regelgeving is gerealiseerd.
Er bestaat ook een groep aan wie vanwege COVID-19 automatisch uitstel tot het doen van aangifte is verleend. Dit betreft mensen die gebruikmaken van hulp bij de aangifte, bijvoorbeeld van een ouderenbond. Het kan voorkomen dat deze hulp door COVID-19 geen doorgang kon vinden, zodat in sommige gevallen automatisch uitstel van aangifte is verleend. Momenteel wordt onderzocht of er binnen deze groep sprake kan zijn van onvoorziene confrontatie met belastingrente.
Invorderingsrecht heeft ander doel
Invorderingsrente dient een ander doel dan belastingrente. Invorderingsrente wordt in rekening gebracht op het moment dat de betaaltermijn van een belastingaanslag (die op dat moment dus per definitie al is vastgesteld) is verstreken. Hiermee dient invorderingsrente als prikkel voor belastingschuldigen om op tijd hun belastingschulden te betalen. De COVID-19-crisis heeft tot gevolg dat bedrijven hard in hun economische positie zijn en worden geraakt, bijvoorbeeld door substantieel omzetverlies of zelfs tijdelijke sluiting. Hierdoor viel voor veel bedrijven gedurende een bepaalde periode een gedeelte van de inkomsten weg (of zelfs alle inkomsten). Voor veel van die bedrijven verdwijnt hierdoor tevens de mogelijkheid om belastingaanslagen te voldoen. Om deze bedrijven in acute nood te helpen is het beleid van uitstel van betaling van belastingschulden tijdelijk versoepeld, met daaraan gekoppeld een verlaagd percentage van 0,01 invorderingsrente. Dat verlaagde rentepercentage maakt een beroep op het versoepelde uitstelbeleid laagdrempelig. Vanaf 1 januari 2021 wordt gestart met het terugbetalen van de belastingschulden die de afgelopen maanden zijn opgebouwd. Om belastingschuldigen die van de soepele betalingsregeling gebruik willen maken niet met een extra schuldophoging te confronteren, wordt de verlaging van de invorderingsrente tot en met 31 december 2021 verlengd.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 23 september 2020
Zie ook Belasting- en invorderingsrente, de huidige stand van zaken
Geef een reactie