Vanaf 1 januari 2020 gaat de huidige kleine ondernemersregeling in de btw op de schop. De nieuwe regeling verschilt in een aantal opzichten van de huidige regeling. De nieuwe regeling is een omzetgerelateerde regeling. Keuze voor de kleine ondernemersregeling leidt tot een btw-vrijstelling, die niet altijd gewenst is.
Betaalt een ondernemer/natuurlijk persoon per jaar minder dan € 1.345 omzetbelasting, dan is die ondernemer op grond van de kleine ondernemersregeling (KOR) geen omzetbelasting verschuldigd. Hij mag in zijn aangifte een vrijstelling toepassen, die even hoog is als de verschuldigde omzetbelasting. Hij heeft recht op teruggave van omzetbelasting als in een tijdvak de betaalde omzetbelasting aan crediteuren hoger is dan de verschuldigde omzetbelasting.
Ontheffing
De ondernemer die verwacht minder dan € 1.345 omzetbelasting per jaar te betalen, kan er ook voor kiezen om ontheffing van zijn administratieve verplichtingen te vragen bij de Belastingdienst. Deze ontheffing gaat in per het eerstvolgende boekjaar. Door de ontheffing hoeft de ondernemer alleen nog maar zijn inkoopfacturen te bewaren, hij hoeft geen facturen te sturen naar zijn afnemers, geen administratie meer bij te houden en geen aangiften meer te doen. Verstuurt de ondernemer wel facturen, dan mag hij hierop geen omzetbelasting vermelden. Nadeel van de ontheffing is dat de ondernemer geen teruggave meer kan krijgen als de voorbelasting in een jaar hoger is dan de verschuldigde omzetbelasting.
Korting op af te dragen btw
De ondernemer die jaarlijks tussen de € 1.345 en € 1.883 moet betalen, krijgt een korting op zijn af te dragen btw. Die korting is gelijk aan het verschil tussen € 1.883 en € 1.345 vermenigvuldigd met 2,5. Stel dat een ondernemer een omzet behaalt van € 22.000 en hierover € 4.620 omzetbelasting over moet afdragen. Stel dat de inkopen € 16.940 (inclusief 21% btw) bedraagt en de ondernemer € 2.940 omzetbelasting aan zijn crediteuren heeft betaald. Het verschil tussen € 4.620 en € 2.940 bedraagt € 1.680. Toepassing van de KOR leidt tot een vermindering van 2,5 x (€ 1.883 -/- € 1.680) = € 508. De ondernemer moet op jaarbasis € 1.172 btw betalen. Deze ondernemer kan geen ontheffing van zijn administratieve verplichtingen aanvragen, die ontheffing geldt alleen voor ondernemers die minder dan € 1.345 moeten bijbetalen.
KOR niet voor rechtspersonen
De huidige KOR geldt alleen voor ondernemers / natuurlijke personen en bij een jaarlijks per saldo te betalen omzetbelasting van minder dan € 1.883. Bij een optie voor belaste verhuur, zijn de verschuldigde btw op de huuropbrengsten en de btw betaald op de hiermee samenhangende kosten niet van belang voor de toepassing van de kleine ondernemersregeling. Bij toepassing van een verleggingsregeling geldt dat de verlegde btw meetelt voor de grens van € 1.345 tot € 1.883.
De kleine ondernemersregeling per 1 januari 2020
Per 1 januari 2020 treedt een nieuwe kleine ondernemersregeling voor de omzetbelasting in werking. Dan is voor de KOR niet langer het saldo van te betalen omzetbelasting van belang, maar de omzet. Het is een omzetgerelateerde btw-vrijstellingsregeling. Het gaat hierbij om de omzet exclusief omzetbelasting. Deze omzet moet lager zijn dan € 20.000 en het maakt daarbij niet uit of de omzet bestaat uit belaste omzet of vrijgestelde omzet voor de omzetbelasting. De nieuwe KOR geldt bovendien niet alleen voor ondernemers/natuurlijke personen, maar ook voor rechtspersonen. De nieuwe regeling is makkelijker toe te passen dan de oude regeling. Zolang de omzet onder de € 20.000 blijft, is geen omzetbelasting verschuldigd.
Toepassing nieuwe KOR
De ondernemer die verwacht dat hij minder dan € 20.000 per jaar omzet behaalt, kan de Belastingdienst verzoeken om de KOR te mogen toepassen. Als de Belastingdienst akkoord gaat met toepassing van de KOR dan brengt de ondernemer geen btw in rekening aan andere ondernemers. Nadeel, net als bij de huidige ontheffing, is dat de ondernemer geen recht heeft op teruggave van voorbelasting als die voorbelasting hoger is dan de verschuldigde belasting (zou zijn). Wie kiest voor de nieuwe KOR is in beginsel ontheven van de verplichting aangiften omzetbelasting in te dienen. In een aantal speciale gevallen moet de ondernemer toch aangifte omzetbelasting doen. Denk daarbij aan:
- de levering of de aankoop van een nieuw of bijna nieuw vervoermiddel aan een afnemer, respectievelijk van een leverancier in een ander EU-land;
- afname van goederen of diensten van een buitenlandse ondernemer waarbij de plaats van levering Nederland is;
- invoer of inkoop van goederen waarop de verleggingsregeling van toepassing is;
- afstandsverkopen van dit jaar of vorig jaar uit een ander EU-land van meer dan € 10.000 of optie btw-belaste afname van ondernemers uit andere EU-landen;
- aankoop accijnsgoederen uit een ander EU-land
Overschrijding omzetgrens
Bij overschrijding van de omzetgrens van € 20.000 in de loop van het jaar wordt de ondernemer vanaf dat moment weer btw-plichtig en moet dan weer een administratie gaan voeren en facturen aan zijn afnemers uitreiken. Ook moet hij aangiften omzetbelasting gaan indienen. Een incidentele stijging van de omzet boven de € 20.000 heeft tot gevolg dat de ondernemer de drie volgende jaren ook geen gebruik mag maken van de KOR.
Verwachte omzet onder de € 20.000
Een ondernemer die nu nog niet aan de voorwaarden voldoet, maar verwacht dat hij in 2020 minder dan € 20.000 omzet behaalt, kan de Belastingdienst verzoeken om de KOR te mogen toepassen. Hij kan een verzoek hiervoor indienen vanaf 1 juni 2019 tot 20 november 2019. Indien een ondernemer na 1 januari 2020 wil kiezen voor de kleine ondernemersregeling, moet hij er rekening mee houden dat de Belastingdienst ongeveer vier weken nodig heeft om dit verzoek te verwerken. Bij een keuze voor de nieuwe KOR geldt die keuze voor drie jaar, tenzij de ondernemer tussentijds een jaaromzet behaalt van meer dan € 20.000, dan stopt de KOR onmiddellijk. Na die drie jaar wordt toepassing van de KOR automatisch verlengd.
Gevolgen bij ontheffing van administratieve verplichtingen op dit moment
Bij een huidige ontheffing van de administratieve verplichtingen gaat de Belastingdienst er vanuit dat de ondernemer in 2020 zal kiezen voor toepassing van de KOR. Voldoet de ondernemer nu aan de voorwaarden voor een ontheffing, maar verwacht hij in 2020 meer dan € 20.000 omzet te behalen? Dan moet hij zich afmelden voor de KOR. Na afmelding moet de ondernemer ten minste drie jaar wachten voor hij de KOR kan toepassen.
Herziening van omzetbelasting
Indien in het verleden op roerende en onroerende zaken als investeringsgoederen btw is terugontvangen en de ondernemer gaat vanaf 2020 de KOR toepassen, dan krijgt hij te maken met herziening van btw. Er geldt een belangrijke uitzondering. Als in een jaar het totale bedrag van de herziening van omzetbelasting onder de € 500 ligt en het gaat om investeringsgoederen die in de jaren voor 2020 in gebruik zijn genomen en de herziening is het gevolg van het aan- of afmelden van de deelname aan de nieuwe KOR, dan hoeft geen herziening plaats te vinden.
KOR en belaste verhuur is niet langer mogelijk
Een ander punt van aandacht is de belaste verhuur. Bij belaste verhuur kan de ondernemer niet de KOR toepassen. Aanmelding voor de nieuwe KOR betekent niet langer de mogelijkheid van belast verhuren en mogelijk is herziening van btw dan aan de orde.
Zonnepaneelhouders
Degene die zonnepanelen aanschaft kan tot en met 31 december 2019 onder voorwaarden de btw op de aanschaf terugvragen. Bij aanschaf vanaf 2020 is dat niet meer mogelijk. Bestaande zonnepaneelhouders krijgen in beginsel te maken met herziening van de in het verleden in aftrek gebrachte btw vanaf 2020 als zij kiezen voor de nieuwe KOR, echter zij kunnen een beroep doen op de overgangsregeling als de herziening jaarlijks € 500 of minder is.
Wet: art. 25 Wet OB 1968
Website Belastingdienst: Nieuwe kleineondernemersregeling (vanaf 1 januari 2020)
Meer weten?
Volg dan de PE-Pitstop over btw en de KOR van mr. Carola van Vilsteren op maandag 18 november 2019. > Informatie en aanmelden
Geef een reactie