Het kabinet ziet geen reden om de tienjaarstermijn in de erf- en schenkbelasting aan te passen. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op Kamervragen.
Als een Nederlander langer dan tien jaar niet meer in Nederland woont, kan Nederland de erfenis niet met erfbelasting belasten. De hoofdregel voor de heffing van erfbelasting is dat de erflater op het tijdstip van overlijden in Nederland moet wonen. Het gaat erom dat de erflater feitelijk in Nederland woont. Of dat zo is, wordt vastgesteld aan de hand van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Daarnaast kent de wet een fictiebepaling die inhoudt dat een Nederlander die nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten (d.w.z. hij of zij heeft geen feitelijke woonplaats meer in Nederland) nog tien jaar lang in de heffing van Nederlandse erfbelasting kan worden betrokken. Deze fictiebepaling strekt ertoe belastingvlucht te voorkomen. Mensen met de Nederlandse nationaliteit kunnen dus niet kortstondig in het buitenland gaan wonen en daarmee de heffing van Nederlandse erfbelasting ontgaan. Ook kan men heffing van Nederlandse erfbelasting niet ontgaan door alleen ‘op papier’ in het buitenland te verblijven, omdat voor de beoordeling van de woonplaats beoordeeld wordt of iemand feitelijk zijn woonplaats heeft in Nederland. Pas nadat een persoon niet meer feitelijk in Nederland woont, gaat de tienjaarstermijn lopen.
Erfbelasting in het buitenland
24 van de 36 OESO-landen hebben een erfbelasting en er zijn 12 OESO-landen die geen erfbelasting (meer) hebben. Daarmee is echter niet gezegd dat er in al die 12 landen geen belasting over erfenissen wordt geheven. Sommige landen merken bijvoorbeeld (een vermogenstoename door) een erfenis aan als inkomen dat met inkomstenbelasting wordt belast. Ook zijn er landen die onroerende zaken die uit een erfenis worden verkregen, belasten met overdrachtsbelasting.
De vormgeving van de erfbelasting in de 24 OESO-landen die wel erfbelasting heffen verschilt sterk wat de belastingplicht, de grondslag en de tarieven en vrijstellingen betreft.
Tienjaarstermijn voldoet aan doelstelling
Het kabinet ziet geen reden om de tienjaarstermijn aan te passen. De tienjaarstermijn voldoet aan de bedoeling daarvan. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft eerder beslist dat de tienjaarstermijn niet in strijd met het EU-recht is. Als een verlenging van de tienjaarstermijn tot bijvoorbeeld dertig jaar zou moeten worden bezien, zou dit een uitvoerig onderzoek vergen. Ook zou bijvoorbeeld moeten worden onderzocht of verlenging wel in overeenstemming met het EU-recht is en hoe het zit met dubbele heffing omdat het woonland mogelijk ook erfbelasting heft.
Van de EU-lidstaten met een erfbelasting hebben alleen Frankrijk (6 van 10 laatste jaren), Duitsland (10 jaar) en Ierland (5 jaar) een termijn die enigszins vergelijkbaar is met de tienjaarstermijn in Nederland.
Online cursus Schenken en lenen in familieverband
Financiële steun is geen overbodige luxe in een tijd waarin het voor starters erg moeilijk is om een huis te kopen, maar in welke gevallen is het verstandig die financiële steun te verlenen in de vorm van een schenking en wanneer in de vorm van een lening? Welke (civiele en fiscale) aandachtspunten zijn er bij schenken en lenen in familieverband?
Geef een reactie