Of kunnen opdrachtgevers vanwege de schijnovereenkomst die de DBA-modelovereenkomsten biedt toch beter kiezen voor een alternatieve wijze om zzp'ers in te huren? In Tax Talks wijst mr. Marjon van Ginhoven op de actuele ontwikkelingen ten aanzien van payrollbedrijven.
Waar de VAR opdrachtgevers nog de zekerheid kon bieden dat zij niet inhoudingsplichtig waren voor de loonheffingen ook als achteraf een dienstbetrekking aanwezig bleek, krijgt de opdrachtgever met de modelovereenkomst slechts tijdelijke schijnzekerheid dat de overeenkomst die hij gebruikt geen dienstbetrekking is. Als niet daadwerkelijk conform de modelovereenkomst wordt gewerkt, riskeert de werkgever een naheffing. Dit maakt dat opdrachtgevers nadenken over alternatieven, bijvoorbeeld door een zzp'er in te huren via een payrollbedrijf. In Tax Talks wijst Van Ginhoven erop dat payrolling op dit moment erg in beweging is. Zo liggen er momenteel twee zaken voor de Hoge Raad die gaan over de vraag of het payrollbedrijf een allocatiefunctie heeft. Als de Hoge Raad uiteindelijk beslist dat dat het geval is, heeft dit tot gevolg dat die werknemers onder het pensioenfonds van het payrollbedrijf vallen en het payrollbedrijf voor de sectorpremies te maken krijgt met de hogere premies voor uitzendbedrijven. De prijs voor het inschakelen van het payrollbedrijf zal dan waarschijnlijk omhoog gaan. Een belangrijke ontwikkeling om in de gaten te houden, aldus Van Ginhoven.
In de Tax Talks uitzending van 21 juni 2016 gaat mr. Marjon van Ginhoven uitgebreid in op de onlangs in werking getreden Wet DBA en de diverse knelpunten voor de praktijk.
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad, 14 april 2016, ECLI:NL:PHR:2016:239, Parket bij de Hoge Raad, 15 april 2016, ECLI:NL:PHR:2016:238
Geef een reactie